In de uitbetalingen van sociale steun in het binnenland is er een achterstand. Het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting is bezig met de voorbereidingen tot uitbetaling, te beginnen met Apoera, waarna Brokopondo, Boven-Suriname en Boven-Marowijne zullen volgen.
Het wachten is op de exploitatiekosten, gaf bewindsvrouwe Inez Pané aan bij de regeringspersconferentie van donderdag 28 november. Beschikkingen zijn uitgegeven dus zal er uitbetaling plaatsvinden, waar nog registraties moeten plaatsvinden zal dat eerst gedaan moeten worden alvorens men in aanmerking komt, garandeerde de SoZaVo-minister.
Het is haar noch haar personeel bekend dat beschikkingen voor sociale steun als onderpand worden gegeven aan winkeliers in Apoera bij het boodschappen halen. “Ik wil de cliënten wel aangeven dat zonder een beschikking zij niet uitbetaald zullen worden. De beschikking wordt afgegeven bij de registratie en die moet bij de uitbetaling dan weer aangetoond worden,” stelde zij.
Boven-Suriname
Ze bevestigt verder dat er in april beschikkingen zijn uitgedeeld in Boven-Suriname, maar geeft in aansluiting daarop aan dat er geen betaling kan plaatsvinden wanneer de registratie nog niet is gebeurd. Op de opmerking van de journalist of een beschikking niet betekent dat er een registratie is geweest, antwoordde ze bevestigend en zei dat dit gebied na Apoera en Brokopondo aan de beurt is voor wat betreft het ontvangen van de gelden.
De verslaggever gaf verder aan dat er al enige tijd bezorgdheid is onder de bewoners te Langatabiki en omstreken, de Paamaka. Door het uitblijven van communicatie vanuit SoZaVo bekruipt hen het gevoel dat ze aan het lijntje worden gehouden met betrekking tot de beloofde financiële bijstand. Ze doen een beroep op ‘Lanti’ hen antwoord te geven op de vraag of ze de gelden nog zullen ontvangen, en zo ja, wanneer. Zij weten niet tot wie zij zich moeten richten hierover. Pané ging niet in op de vraag waarom de communicatie naar de ontvangers van de gelden uitblijft.
Eén van de gezagsdragers liet aan de media een beschikking zien, gedateerd 6 april 2024, gestempeld en ondertekend, waarop staat dat hij over de periode januari tot en met december dit jaar, maandelijks een bedrag van SRD 21.000 zou moeten ontvangen. Op een andere beschikking stond dat hij voor de periode juli tot en met december 2023 SRD 10.500 zou moeten ontvangen.
De SoZaVo-minister antwoordde hierop dat de bedragen niet bekend zijn, omdat zulke hoge bedragen niet worden uitgekeerd per maand, tenzij het gaat om achterstallig bedrag voor een jaar. Op de betreffende beschikkingen zijn de woorden ‘per maand’ niet doorgehaald waardoor de conclusie zou kunnen worden getrokken dat het om maandelijkse bedragen gaat. Zij laat een onderzoek instellen.