“Hij heeft het gedaan, mevrouw de rechter. Hij is degene”, aldus J.B., die een getuige heeft beschuldigd van een verkrachting in juli vorig jaar, waarvoor juist hij wordt vervolgd.
J.B. verklaarde tijdens de confrontatie met de getuige in de rechtszaal dat deze hem zelf had verteld een meisje uit de omgeving te hebben verkracht. De getuige ontkende echter de beschuldiging van J.B. en verklaarde aan de rechter dat dit gesprek nooit heeft plaatsgevonden.
J.B.: “Hij heeft het mij zelf gezegd. Nadat het incident had plaats gevonden, belde hij mijn neefje om te zeggen dat ‘mi ede span’. Omdat ik hem ken, ben ik naar hem toe gegaan om te vragen waarover hij zich zorgen maakte. In dat gesprek zei hij dat hij het meisje had misbruikt.” Hij zei dat hij op de bewuste dag niet naar de woning van het slachtoffer is geweest, zoals de moeder bij de politie en bij de rechter heeft verklaard. ”Ik was niet daar en ik heb niets gedaan”, zei de beklaagde.
De jongemannen wonen in dezelfde plantage als het meisje en kennen elkaar goed. Volgens de getuige hebben hij en de verdachte nooit gesproken over het voorval. Nadat de getuige hoorde dat er iets was gebeurd in de omgeving, belde hij wel met een neefje van de verdachte. Die bevestigde alleen maar wat hij had gehoord. Volgens de getuige probeert de verdachte ten onrechte zijn problemen op hem af te schuiven.
Tijdens een eerdere zitting had de moeder van het slachtoffer verklaard dat zij bij thuiskomst merkte dat alle lichten rond het huis uit waren. Ze zag de gedaante van een man naast het huis in het donker. Terwijl ze dichterbij kwam, pakte de man die alleen in zijn onderbroek was, zijn kleren van de grond, trok ze haastig aan en rende weg. Ze herkende de persoon als J.B. Nadat de man was vertrokken, trof de vrouw haar dochter aan in de badkamer.
Het slachtoffer vertelde haar wat er was gebeurd. De verdachte ontkent de beschuldigingen en is er bijna zeker van dat hij het slachtoffer is geworden van een familieruzie. Het slachtoffer, dat eerder als getuige op de zitting verscheen, heeft een beroep gedaan op haar verschoningsrecht en heeft dus afgezien van een getuigenis. Volgens de openbare aanklager heeft ze bij de politie wel gedetailleerd verteld over de handelingen van de verdachte.
De rechter heeft donderdag de onmiddellijke vrijlating van J.B. bevolen, met de uitdrukkelijke kanttekening dat dit niet betekent dat hij onschuldig is. Hij heeft de plicht op elke zitting te verschijnen. Als de zaak resulteert in een vonnis dat langer is dan de tijd die hij in voorarrest heeft gezeten, kan hij alsnog worden opgepakt. De zaak wordt opnieuw behandeld tegen eind maart.