J. en S., twee vrienden die van drie berovingen worden verdacht, hebben tot het einde volgehouden onschuldig te zijn. Ze verklaarden allebei dat de benadeelden hen ten onrechte hebben belast en vroegen de rechter donderdag hen vrij te spreken. Ze zitten sinds de tweede helft van vorig jaar vast.
Mr. Maureen Nibte, de raadsvrouw van S., heeft de rechter gevraagd waarde te hechten aan zijn consistente ontkenning sinds de aanhouding vorig jaar. Ze pleitte voor vrijspraak. De verdachte J. voerde zijn pleidooi zelf, aangezien hij geen advocaat heeft. Hij heeft alle aantijgingen ontkend en vroeg aandacht voor zijn sociale omstandigheden. Hij wees erop dat hij een hardwerkende jongeman is die een gezin moet onderhouden. J. betreurt dat mensen hem ten onrechte als een crimineel hebben aangewezen. Ook hij volhardde in zijn onschuld en vroeg de rechter hem naar huis te sturen.
De rechter plaatste vraagtekens bij het verwijt van de verdachten dat de benadeelden hen onterecht hebben belast. Het gaat namelijk om drie zaken op drie afzonderlijke dagen en locaties. De slachtoffers kennen noch elkaar noch de verdachten. In alle drie gevallen hebben de slachtoffers de mannen zowel op het politiebureau als in de rechtszaal herkend.
J. en S. hadden tijdens de behandeling van de zaak elk een alibi opgeworpen, die op de rechtzitting zijn onderzocht. S. zei op een eerdere zitting dat hij de beroving niet kon hebben gepleegd, aangezien hij in de periode van de berovingen op Para bij zijn opa verbleef. De grootvader heeft later op de zitting verklaard dat S. in die periode helemaal niet is langs geweest. J. zou volgens eigen verklaring bij zijn zus op Kwatta hebben gelogeerd en geen enkele dag het huis zijn uitgegaan. De zus antwoordde als getuige dat ze de verdachte op 18 juni had opgehaald en op 30 juni weer naar huis had gebracht. Volgens dossier hadden de berovingen plaats op 16 juni, 18 juni en 8 juli 2023.
Volgens het politieonderzoek was het duo samen met een niet nader geïdentificeerde man betrokken bij de berovingen. Eén van deze gevallen betrof het wegrukken van een gouden halsketting van een vrouw uit een lijnbus nabij de Wijdenboschbrug. Ze vluchtten daarna via een ‘boro pasi’ naast een Suribet-shop vanuit de Van ’t Hogerhuysstraat richting Bolletriestraat. Het slachtoffer heeft beide verdachten herkend. Een ander slachtoffer, een salesman, verklaarde dat hij op 20 juni werd overrompeld nadat hij was gestopt bij een Suribet-shop aan de Van ’t Hogerhuysstraat.
Toen hij aanstalten maakte om te vertrekken, werd hij van achter het stuur weggetrokken door J. Daarna zag hij S. naast het voertuig staan met een vuistvuurwapen in de hand. De verdachten dreigden hem dood te schieten als hij kabaal zou maken. Ze pakten zijn mobiele telefoon en gouden halsketting. De man vertelde op de zitting dat hij van korte afstand enkele minuten oog in oog heeft gestaan met J. en dat hij hem daarbij goed heeft geobserveerd. Zo wist hij zijn signalementen, waaronder details van zijn tatoeages, aan de politie door te geven. Na zijn aanhouding was de herkenning niet moeilijk. De rechter zal in juli uitspraak doen in deze zaak.