De politieke impasse na de verkiezingen van 25 mei 2025 dreigt directe gevolgen te hebben voor de toekomst van de Surinaamse olie- en gassector, waarin miljardeninvesteringen op het spel staan.
De voorlopige uitslag van de algemene verkiezingen in Suriname wijst op een complexe politieke situatie, met een uiterst nauwe zetelverdeling die het vormen van een stabiele regering bemoeilijkt. De Nationale Democratische Partij (NDP) staat voorlopig aan kop met 18 zetels en 81.784 stemmen (33,97%), terwijl de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) met 17 zetels en 77.707 stemmen (32,26%) volgt. Deze uitkomst duidt op het onvermijdelijke belang van coalitievorming, ondanks eerdere uitspraken van partijen die samenwerking uitsluiten.
Deze politieke onzekerheid komt op een kritiek moment voor Suriname. De komende vijf tot tien jaar zijn cruciaal voor de exploitatie van de offshore olie- en gasreserves, met onder anderen Shell, TotalEnergies en Chevron als belangrijke spelers. De GranMorgu-olieontwikkeling – Surinames eerste grootschalige offshoreproject – bevat naar schatting 750 miljoen vaten en mikt op een productie van 200.000 vaten per dag in 2035, met de eerste olie in 2028.
Hoewel zowel de NDP als de VHP inzetten op verdere ontwikkeling van de sector, verschillen zij fundamenteel in aanpak. De VHP streeft naar beleidscontinuïteit, transparantie en macro-economische stabiliteit, terwijl de NDP mikt op een herverdelend beleid, met ruimte voor nauwere samenwerking met onder andere China. Deze tegenstellingen bemoeilijken niet alleen een gezamenlijke regeringsvorming, maar roepen ook vragen op over de koers die Suriname zal varen richting internationale oliepartners en investeerders.
Naast de VHP en NDP haalden de ABOP en NPS ieder zes zetels binnen. Kleinere partijen zoals de Pertjajah Luhur (PL), Alternatief 2020 (A20) en BEP sleepten elk één zetel in de wacht. Een brede coalitie lijkt dus noodzakelijk, maar pre-electorale verklaringen, zoals die van NDP’er Sergio Akiemboto die samenwerking met de VHP uitsloot, compliceren de gesprekken.
Opvallend is ook de lage opkomst: slechts 65% van de kiesgerechtigden bracht hun stem uit. In gesprekken met OilNOW gaven veel burgers aan geen vertrouwen meer te hebben in het politieke bestel. Deze desillusie, gevoed door gebrekkige transparantie, economische onzekerheid en corruptieschandalen in de afgelopen jaren, versterkt de druk op politieke leiders om met resultaatgerichte en geloofwaardige oplossingen te komen.
De komende dagen en weken zullen cruciaal zijn. Terwijl de definitieve uitslagen worden afgewacht en de onderhandelingen zich ontvouwen, kijken zowel het Surinaamse volk als internationale investeerders gespannen toe. De uitkomst zal bepalen of Suriname met een eensgezind beleid zijn olie-ambities weet te realiseren, of dat politieke verlamming een rem zet op een sector die de sleutel kan zijn tot economische transformatie.