De Vereniging van Economisten verwacht wel dat er groei zal zijn voor onze economie, maar is niet zeker of het geprojecteerde groei van 2.3 procent van Suriname zal halen.
“Het is een groei, maar is wel de slechtste groei van het heel Caraïbisch gebied. Als we de volledige listing bekijken dan zien wij dat Suriname, op Haïti na, wat beter doet. Het is wel beter dan wat er vorig jaar is geprojecteerd”, zegt de VES voorzitter, Steven Debipersad in een reactie aan Key News.
Debipersad geeft aan dat IMF de laatste paar jaren vrij optimistisch is wat betreft de groei verwachtingen van landen en vooral van Suriname, maar naarmate het jaar vordert zien we dat die verwachting naar beneden wordt gesteld. “Dus het kan zijn dat het toch terug valt”, merkt Debipersad op. De economie van Suriname wordt gedragen door enkele sectoren. De uitschieters volgens Debipersad zijn de goudsector, visserij en andere type exporten die bijdragen aan onze verdien capaciteit. Echter vraagt de econoom zich af als de IMF in deze rekening houdt met de effecten van BTW, minimum uurloon en het stoppen van invoerrechten vrij en de effecten die het zal hebben op de economische groei van ons land. “Dat zal het sentiment negatief beïnvloeden.”
De afgelopen dagen gaat er een melding van het ministerie van Financien en Planning rond, dat de regering een tijdelijke stop zet op het verlenen van vrijstelling op de invoerrechten. Deze gaat om de invoer van bedrijsmiddelen door ondernemingen. Om de vrijstelling te krijgen zijn er voorwaarden hieromtrent opgenomen. Er zou vanaf 7 april geen vrijstelling meer worden verleend bij de invoer van bedrijfsmiddelen. Vele bedrijven in Suriname reageerde verontwaardigd over dit besluit van de regering. Maar volgens de VES was dit reeds lang bekend dat dit zou gebeuren. Debipersad ziet dit niet meteen als een ramp, omdat bedrijven nog steeds individueel hun aanvragen kunnen indienen voor vrijstellingen. De achterliggende gedachten achter dit besluit is om de staatsinkomsten verder te vergroten. “De staat loopt erg veel geld mis met vrijstellingen. In 2021 was de omvang van vrijstelling rond SRD 4 miljard. Voor dit jaar heeft de staat volgensmij een zesde hiervan misgelopen aan vrijstellingen. Van die vrijstellingen ging 50 procent naar de mijnbouw bedrijven”, zegt Debipersad.
Integendeel juicht hij deze maatregel toe, want niet alle bedrijven zouden volgens hem in aanmerking moeten komen voor deze vrijstelling. Tegenover de vrijstelling verwacht de regering een economische groei bij de bedrijven die van deze vrijstelling gebruik maken, maar vaak genoeg zien zij dat niet terug. Dus niet alleen dat zij meer belasting zouden betalen, met de vrijstelling verwacht men dat je je bedrijf kan uitbreiden. “Dus de gedachte achter deze vrijstelling van grondstoffen is dat je over een jaar of twee kan merken dat het bedrijf zich verder heeft uitgebreid. De vraag is of dat wel is gerealiseerd? Want als dat bedrijf niet groeit is die invoerrechten dan terecht?”, merkt Debipersad op.
Hij benadrukt dat het opheffen van de vrijstelling, niet betekend dat de bedrijven zaken niet meer invoerrechten vrij kunnen binnenhalen. “De aanvragen moeten dus worden ingediend en dat zal dus zo snel als mogelijk afgehandeld worden.” De VES-voorzitter zegt ook dat het een goede manier is om na te trekken of een bedrijf werkelijk gebruik mag maken voor het vrijstellen van de invoerrechten. Hij zegt dat er weliswaar bedrijven zijn, die vaak producten laten halen waar een deel half fabrikanten zijn en daarachter staan er dus auto’s die ook invoerrechten vrij zouden worden binnenghaald. “Zo een persoon heeft dan een bijbaantje en moeten zulke zaken eigenlijk aan banden gelegd worden”, aldus Debipersad.