R.W. is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar, nadat hij schuldig is bevonden aan een poging tot verkrachting en gekwalificeerde diefstal. Hij heeft in april dit jaar bij een woninginbraak in het noorden van Paramaribo spullen meegenomen en geprobeerd een vrouw te verkrachten. De man was gewapend met een mes. R.W. heeft alle aanklachten ontkend.
Het slachtoffer vertelde dinsdag in een emotionele bui in de rechtszaal hoe ze omstreeks 04:00 uur was wakker geschrokken door een mannenstem in haar slaapkamer. In eerste instantie dacht ze last te hebben van een nare droom. Maar in werkelijkheid stond R.W. bij haar in de kamer. Hij dwong haar onder bedreiging van een mes zich uit te kleden, waarna hij probeerde haar te verkrachten.
Voor haar geluk werd haar volwassen dochter met wie ze samenwoont wakker. Toen die zag dat de voordeur openstond, riep ze naar haar moeder om zich ervan te vergewissen of ze oké was. De indringer koos meteen daarop het hazenpad, met het mobieltje van het slachtoffer. De vrouw legde de getuigenis in tranen af. Ze zei bij de confrontatie in de rechtszaal dat het donker was in haar kamer en dat ze het gezicht van de man niet goed heeft kunnen zien. Ze kon niet met overtuiging zeggen of R.W. dezelfde persoon is die haar heeft overvallen.
De dochter van het slachtoffer heeft de verdachte wel positief herkend. In de rechtszaal verklaarde ze dat ze omstreeks 04:00 uur was opgestaan, nadat ze enige tijd iemand bij de poort had gehoord. De getuige schrok toen ze de voordeur wagenwijd open aantrof. Bang dat haar moeder iets was overkomen, riep ze ‘Mama, is alles oké?’ Bij het horen van haar stem, rende de man uit de kamer.
De dochter trof vervolgens haar emotioneel aangetroffen moeder naakt in de kamer aan. Terwijl ze haar aan het sussen was, dook de verdachte weer op. Hij griste een tas die hij in de kamer had achtergelaten en vluchtte opnieuw het huis uit. Daarna ontdekten moeder en dochter dat ook een televisietoestel en een mobieltje uit de voorkamer waren verdwenen. De dochter herkende de indringer als een man die ze vaker in de buurt zag. Het was dus niet moeilijk voor haar om hem tijdens de aangifte te beschrijven.
Enige tijd na het geval zag de dochter de man voor een winkel in de buurt, waarna ze de politie van het Bureau Geyersvlijt alarmeerde. Agenten rukten uit en sloegen de man in de boeien. Het toestel van de dochter is bij hem aangetroffen. R.W. beweert het mobieltje enkele dagen eerder op straat te hebben gekocht bij een onbekende man. Hij ontkende zowel de inbraak als de poging tot verkrachting.
Ondanks de ontkenningen vond de openbare aanklager dat er bewijzen te over waren. Bovendien is uit de administratie van het Openbaar Ministerie gebleken dat R.W. al zes keer eerder is veroordeeld voor diefstallen, hetgeen volgens de aanklager betekent dat hij hardleers is. De vervolgingsambtenaar wees erop dat de man een grove inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van zijn slachtoffer.
De vervolging denkt dat hij de verkrachting zou hebben voltooid als de dochter van het slachtoffer hem niet had verstoord. Dat hij uit de woning was gerend en het lef had terug te keren voor zijn tas, was volgens de officier van justitie een teken dat hij duidelijk geen respect heeft getoond voor de vrouw. Na alles op een rijtje te hebben gezet, stelde de aanklager voor dat R.W. voor langere tijd uit de gemeenschap wordt gehaald, met een celstraf van 5 jaar, onder aftrek van de tijd in voorarrest. De rechter noemde de bewijzen van de officier wettig en overtuigend en achtte de man schuldig, waarna hij hem een straf oplegde die gelijk is aan de eis.