De Staatsolie Power Company Suriname (SPCS) heeft laten weten dat, ondanks de waarschuwing van minister Marciano Dasai in De Nationale Assemblee (DNA) dat er extreem hete dagen op komst zijn, het stuwmeer momenteel over voldoende water beschikt. Hierdoor wordt op korte termijn geen impact verwacht op de waterstanden die cruciaal zijn voor de opwekking van hydro-elektrische energie.
Minister David Abiamofo van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) benadrukte echter dat er veel meer water nodig is om de hydrocentrale op volle capaciteit te laten draaien en zo te voorkomen dat er moet worden teruggevallen op dure thermische energie, zoals nu het geval is. “Waterkracht is goedkoop, zo’n 2 cent per kilowattuur, maar thermische opwekking kost 16 tot 17 cent,” aldus de bewindsman.
Tijdens de begrotingsbehandeling in DNA gaf Abiamofo ook toelichting op de financiële positie van de Energiebedrijven Suriname (EBS) en de belastingafdrachten aan de staat. Sinds de invoering van de tariefmaatregelen maakte EBS in totaal SRD 1,086 miljard over aan de overheid. “Het is dus niet zo dat de EBS niet afdraagt,” stelde hij.
Volgens Abiamofo hebben regeringsbeslissingen en ongewijzigde prognoses van het ministerie van Financiën — ondanks veranderingen in wisselkoersen, brandstofprijzen en energietoevoer — geleid tot lagere inkomsten dan verwacht. De berekeningen gingen uit van een gemiddelde hydroproductie van 125 megawatt, maar door maandenlange droogte zakte dit soms naar 90 megawatt, met zelfs plannen om terug te gaan naar 60 megawatt. Het tekort werd gecompenseerd met dure thermische opwekking, wat SRD 1,6 miljard extra kostte.
De minister wees erop dat huishoudens nu gemiddeld SRD 2,40 per kilowattuur betalen, terwijl de werkelijke kostprijs rond SRD 5 ligt. Jaarlijks kost het subsidiebeleid tussen de SRD 360 en 400 miljoen. Daarbovenop drukken prijsverlagingen en wanbetaling door onder meer ministeries, ziekenhuizen en grote afnemers extra op de inkomsten van EBS.
Ondanks deze uitdagingen blijft EBS volgens Abiamofo extra inkomsten overmaken aan het ministerie van Financiën, maar staan de begrotingsverwachtingen onder druk door stijgende kosten en lagere inning.