Wat een drukke en enerverende tijden maken we mee sinds het begin van dit jaar. Het begon met de grote begravenis van Desi Bouterse en sindsdien is het er niet rustiger op geworden. Begrijpelijk, het einde van Bouterse viel samen met de start van het verkiezingsseizoen 2025.
En in dat opzicht is het ondertussen al aardig op stoom gekomen, met alle perikelen, drama’s en genante momenten, die met het verkiezings-seizoen komen. De achtbaan waar de Surinaamse Partij van de Arbeid (SPA) de vorige week in terechtkwam is daar een voorbeeld van. Ze leken het bij de partij van de arbeid weer te flikken: zonder een behoorlijke achterban toch nog een beste plaats innemen op een kandidatenlijst.
Maar bij OPTSU waren ze blijkbaar niet onder de indruk van het verleden van de SPA en nog minder van de eis dat Wayne Telgt, SPA-ondervoorzitter, de lijsttrekker van de samenwerking moest worden. OPTSU kon wel leven met SPA voorzitter, Joyce Williams als lijsttrekker, maar die “vrijpostigheid” werd niet geaccepteerd.
En het ging daarna erg hard, omlaag welteverstaan. SPA vertrok uit OPTSU om hun kandidaten helemaal onderaan de lijst van de NPS te zien belanden. Pijnlijk, maar wel een terechte weergave van de realiteit. Telgt, met zijn verzuurde verleden bij de NPS, ging niet mee.
Van beoogd lijsttrekker van OPTSU, naar niets dus. Een groter politiek verval, binnen een weekend, is bijna ondenkbaar. Maar van Telgt zijn ze mogelijk nog niet af. Hij gaat zich richten op vakbondswerk en wie weet krijgt de toekomste regering nog met hem te maken in een andere hoedanigheid en met aangepaste emoties.
Tegelijk met die sneltrein-soap-serie liep een andere, heel belangrijke kwestie: de nominatie en uiteindelijk de verkiezing van Albert Ramdin tot secretaris generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS).
Van beoogd lijsttrekker van OPTSU, naar niets dus.
Het is de optelsom van lobbywerk van Surinaamse zijde – en van Ramdin zelf – om deze post, de hoogste in de grootste regionale landenorganisatie van de Amerika’s, te strikken. Dat er geen tweede kandidaat was, spreekt boekdelen. Pijnlijk was wel dat veel Surinamers, Ramdin’s verkiezing tot OAS secretaris-generaal – dat bleek vooral op sociale media – niet konden loskoppelen van partij-politieke sentimenten. Veel landgenoten wensten Ramdin, schaamteloos het slechtste toe.
Degenen die Ramdin geen fijne tijd toewensen als OAS secretaris generaal, hoeven zich geen zorgen te maken: hij gaat het knap lastig krijgen de komende jaren. Dat zal vooral komen door de verschrikkelijk snel veranderende wereldorde, aangedreven door Donald Trump, president van de Verenigde Staten, het meest dominate lid van de OAS.
Ramdin krijgt waarschijnlijk ook snel te maken met de nieuwe versie van de VS en met Trump, of tenminste met hun invloed. Het hoofdkwartier van de OAS is in Washington (VS), dezelfde staat waar het Witte Huis staat. En laten we elkaar niet voor de gek houden: zonder de achterkamer-goedkeuring van de VS, waren Ramdin’s nominatie, zijn enkele kandidaatstelling en verkiezing bij acclamatie, echt niet gebeurd. Ramdin weet dat zelf ook wel. Na zijn periode als assistant secretaris generaal (2005-2015) kent hij het klappen van de zweep goed genoeg. Nu heeft Trump het even te druk met het omgooien van alles wat hij kan in Europa en het Midden Oosten.
Ook de opkomst van het rechts populisme in de Amerika’s, wordt een enorme uitdaging voor de OAS en zijn nieuwe baas.
Maar hij gaat ongetwijfeld straks zijn aandacht richten op de achtertuin van de VS: de Amerika’s en het Caribischgebied. Al is het alleen maar voor “geopolitieke onderhoudswerkzaamheden”. Trump wil ongetwijfeld ook in onze regio zijn stempel drukken. Hoe gaat Ramdin het voor elkaar krijgen om de OAS geloofwaardig te leiden, zonder eruit te zien als een pion van de Amerikanen en Trump?
Neem bijvoorbeeld de veel besproken en bekritiseerde deportatie van duizenden personen uit de OAS-regio, die illegaal verbleven in de VS, naar hun land van herkomst. Om dan niet te praten over de handelsoorlog, die Trump is begonnen tegen onder andere Canada en Mexico, twee prominente OAS-leden. En ook nog de hoofdpijn-dossiers Cuba en Venezuela, versus de VS.
Ook de opkomst van het rechts populisme in de Amerika’s, wordt een enorme uitdaging voor de OAS en zijn nieuwe baas. Trump schuift niet onder stoelen en banken dat hij gecharmeerd is van bijna alles aan de rechterzijde van het politieke spectrum, dat wat wordt gezien als een bedreiging voor de democratie.
En wat absoluut bepalend gaat zijn: de VS is al jaren de grootste donateur van de OAS – ongeveer 50 procent van het geld van de OAS komt van de Amerikanen – terwijl Trump bezig is al dit soort financiële verplichtingen te schrappen. Als de OAS financieel wil blijven ontvangen van de VS, zal daar ietstegenover geplaats moeten worden. Trump’s motto, in het geopolitieke verkeer, is nou eenmaal: voor wat, hoort wat.
Gaat het voor Suriname uberhaubt iets opleveren? Voorvechters van grondenrechten kwesties onder andere hopen er in elk geval op dat, met de Ramdin aan het stuur bij de OAS, de verschillende vonnissen die door het Inter Amerikaanse Hof voor de rechten van de mens zijn uitgesproken, nu echt uitgevoerd zullen worden. We merken wel als één-plus-één wel degelijk twee oplevert.
De haters in Suriname – wat vreselijk dat die er zijn – hoeven Ramdin niets ergs toe te wensen. Overbodig. Het wordt voor deze Surinamer absoluut geen vakantie langs het strand. Nu is misschien wel het slechtste moment om de “beste” positie bij de OAS – de post waar Ramdin zelf al zo lang op aasde – in te nemen.