Dimitri Madamsir, Kenrick Sahadeo, Kevin Karg, Jorryn Simson en Xavi Wadilie hebben een goede ervaring overgehouden van hun deelname aan een tweedaags wielrenevenement in buurland Guyana afgelopen weekeind. Vóór vertrek koesterde het vijftal geen hoge verwachtingen, aangezien bekend was dat het wielrenniveau in Suriname ten opzichte van de westerburen veel groter is. Na drie etappes, waarvan twee zaterdag en één zondag, presteerde de Surinaamse delegatie ondanks tegenslagen niet onverdienstelijk. Madamsir wist in de juniorencategorie overall als derde te eindigen, terwijl Sahadeo een individuele sprintprijs wist te bemachtigen.
Madamsir blikt tevreden terug. “Mijn doel om binnen de top drie van het jeugdklassement te eindigen is me als rookie gelukt”, aldus het trotse wielrentalent. Hij meent dat het een hogere ranking had kunnen zijn indien hij bij de tweede etappe geen bandenpech had gehad. “Ik hoop dat ik Suriname en mijn coach Andy Tahir trots heb gemaakt.” Volgens Madamsir heeft zijn oefenmeester keihard met hem gewerkt om dit resultaat te bereiken. De leermomenten opgedaan tijdens de ontmoetingen “neem ik sowieso mee voor mijn verdere persoonlijke ontwikkeling”. Eenmaal hij de smaak van succes te pakken heeft, gaat hij er keihard tegenaan. Madamsir droomt al van een scholarship, zodat hij zijn geliefde sport op een hoger niveau kan beoefenen.
Gedurende de drie etappes viel hem vooral de strategieën van de Guyanese wielrijders op. Verder hun doorzettingsvermogen en juiste attitude. Hij erkent dat het niveau van de buren hoger ligt, “maar wij doen niet onder voor hen”. Madamsir gelooft dat de lokale wielrenners harder gaan moeten trainen en werken. Daarnaast moeten zaken aangaande de wielrenontwikkeling serieuzer aangepakt worden “willen wij het niveau opkrikken. Wij kunnen het en moeten die mindshift maken en willing zijn te investeren.”
Sprintprijs
Sahadeo was van de vijf Surinaamse wielrijders het meest ervaren. Een podiumplek zat er weliswaar niet in, maar hij wist wel tijdens de tweede etappe een sprintprijs te veroveren. Niet vreemd overigens, want Sahadeo staat bekend als een sterke sprinter tijdens lokale wegraces. Ondanks zijn ervaring erkende Sahadeo dat het om een zware ontmoeting ging. Hij kreeg nota bene gedurende de tweede etappe problemen met zijn fiets. “Ik reed lek en ik kreeg ook mechanische issues tijdens de tweede stage, waardoor ik echt ben gaan dalen in het klassement.” De Surinamer gaf op de slotdag (derde etappe) alles en eindigde overall op de negende positie.
Wat hem het meest is bijgebleven van deze ontmoetingen is de durf van de concurrenten. “Je moet niet bang zijn om kansen te nemen in races en niet makkelijk opgeven.” De Guyanese wielrenners zijn heel sterk, “omdat zij elke dag trainen en met professionele renners rijden.” Volgens Sahadeo was duidelijk te zien dat de buren over meer wedstrijdinzicht beschikken. “Ze weten weg te vluchten met een groep en hebben ook goede timing.”
Pech
Wadilie had na afloop van het evenement een DNF (Did Not Finish) achter zijn naam staan. Niet de doelstelling welke hij had gehoopt te behalen. Vóór vertrek gaf de kleingebouwde wielrenner aan de gastheren tenminste tot de finish van het evenement te willen bijhouden. “Ik heb helaas niet kunnen uitrijden vanwege mechanical problemen.” Halverwege de tweede etappe sprong zijn ketting tijdens een aanvalspoging, waarna vervolgens zijn derailleur brak. Er kwam zodoende op pijnlijke wijze een einde aan dit avontuur. Wadilie was erg teleurgesteld en beschrijft het gevoel als één met heel veel emoties. “Ik kon echt gewoon meegaan met die jongens.” Hij erkent dat het niveau werkelijk hoger ligt, maar gelooft dat als de Surinaamse wielrenners hard blijven trainen “wij sowieso ook daar kunnen zijn.”
Koe op de weg
Simson hield een bijzondere herinnering over aan zijn internationaal debuut. Het betrof de aanwezigheid van een koe op de weg gedurende de ontmoeting. “Die kwam op ons af. Kenrick en ik zijn bijna tegen het beest aangekomen”, zegt de jonge sporter met een glimlach. Hij blikt positief terug op zijn deelname. “Ik heb alle drie etappes uitgereden en ben tevreden over mijn prestatie.” De veelzijdige sporter, die ook de atletieksport beoefent, was voornamelijk blij het evenement zonder blessures te hebben afgesloten. “Dit zou mijn voorbereiding voor de nationale atletiek kampioenschappen verpesten.”
Ook hij erkent dat het niveau van de buren veel hoger ligt. “Ze zijn daar stappen verder, maar ik geloof wel dat wij in drie jaar met de juiste faciliteiten en gerichte trainingen op hetzelfde niveau kunnen zijn.” Overall vindt de Surinaamse wielrijder het een goed meet- en leermoment. “Ik weet nu wat ik moet doen en wat ik moet verwachten wanneer ik weer in Guyana zal racen.”
Eye-opener
Kevin Karg beschouwt de krachtmeting als een eye-opener. “Het was voor mij erg verrassend om te zien hoe de wielrensport buiten Suriname is.” Hij merkte op dat het tempo hoger lag. “De manier van rijden is agressiever, maar wat mij het meest zal bijblijven is de manier hoe de renners onderling omgaan met elkaar. Ze zijn erg behulpzaam vóór, tijdens en na de race.”
De jonge wielrenner vond het een eer om tegen toppers als Akil Campbell en Jamual John respectievelijk nummers één en twee van het toernooi te racen. “Het niveauverschil was duidelijk te merken.” Karg heeft vooral ervaring opgedaan hoe hij zijn energie beter moet verdelen en zichzelf beter tijdens wedstrijden moet positioneren. Volgens Karg heeft deze krachtmeting het Surinaamse team laten zien waar de focus tijdens de trainingen op moet worden gelegd. “Dat was een van de verwachtingen die wij hadden voor de race en nu zullen wij onze trainingen ook aanpassen om daarop in te spelen.”
“Ze hebben een vuurdoop gehad. Nu weten zij waar zij staan en wat ze moeten doen”, aldus Earl van Wilgen. De voorzitter van de Surinaamse Wielren Unie (SWU) fungeerde samen met Andy Tahir als coach. Volgens Van Wilgen hebben de jongens gedaan wat zij konden. “Het doel was uitfietsen.” Op Wadilie na hebben alle lokale wielrenners het evenement afgemaakt. Naar zeggen van de SWU-preses is nu van belang dat het vijftal door blijft trainen en aan meer wedstrijden gaat deelnemen. Hij benadrukt dat het ook aan zijn mindset zal moeten sleutelen. “Zij moeten het echt willen.”
Dat enkele renners pech kregen met hun fiets kan volgens Van Wilgen liggen aan onderhoud van het materiaal. Mogelijkheden om wielrenners van kwalitatief betere fietsen te voorzien is geen optie voor zijn organisatie. “SWU heeft geen geld om fietsen voor renners te kopen. Wij kunnen helpen waar wij kunnen, maar ook al geef je de duurste fiets moet jij ervoor zorgen dat die onderhouden wordt”, zegt de voorman op kritische toon.
Ruim vijftig wielrenners uit Guyana, Suriname en Trinidad en Tobago namen deel aan deze ontmoeting. In tegenstelling tot de telgen vond Van Wilgen het niveau redelijk. De Surinaamse renners reden normaal mee met de rest, de SWU-topman erkent dat er drie wielrenners waren die boven de rest uitstaken. Hij is daarom ingenomen met de prestatie van Madamsir.