Minister Adelien Wijnerman heeft officieel het beheer over het Ministerie van Financiën en Planning overgenomen van haar voorganger, Stanley Raghoebarsing.
Tijdens een formele ceremonie ondertekenden beide bewindspersonen het overdrachtsprotocol, waarbij de beleidsdocumenten, financiële cijfers en strategische uitdagingen van het ministerie grondig werden doorgenomen.
De overdracht markeert niet alleen een personele wissel, maar ook een moment van beleidsmatige continuïteit in een economisch cruciale fase voor Suriname. Met de benoeming van Wijnerman komt de leiding van Financiën in handen van een ervaren persoon die het ministerie door en door kent en op een kantelpunt van het economisch herstelbeleid staat.
Geen onbekende op Financiën
Minister Wijnerman is geen nieuw gezicht binnen het ministerie. Ze begon haar carrière als stafmedewerker, groeide door tot directeur en diende eerder al als minister van Financiën onder het presidentschap van Desi Bouterse. Na haar ministerschap werd zij aangesteld als Administrateur-Generaal bij het Bureau voor de Staatsschuld. Ze is econoom van opleiding en brengt diepgaande kennis van overheidsfinanciën en macro-economisch beleid mee.
Haar terugkeer op deze post komt op een moment waarop de Surinaamse economie een fragiele fase van herstel doormaakt, gekenmerkt door monetaire stabilisatie, een dalende inflatie en geleidelijke groei van de internationale reserves.
Financiële stand van zaken in juli 2025
Uit het overdrachtsrapport dat Raghoebarsing heeft gepresenteerd, blijkt dat Suriname sinds 2020 een moeizaam maar noodzakelijk hervormingstraject heeft doorlopen. Belangrijke beleidsmaatregelen, waaronder het IMF-programma dat liep tot maart 2025, hebben geleid tot significante verbeteringen:
- De inflatie is gedaald van ruim 60% in 2020 naar ongeveer 6% in 2025.
- De internationale reserves zijn toegenomen tot USD 1,6 miljard, voldoende voor meer dan 7 maanden importdekking.
- De staatsschuld is – volgens officiële cijfers – gedaald van 147% van het bbp in 2020 naar ongeveer 87% in 2025.
Tegelijkertijd waarschuwt het ministerie voor terugkerende risico’s, waaronder verhoogde overheidsuitgaven rond de verkiezingen, onvoldoende naleving van deviezenregels door exporteurs, en het achterblijven van belastinginning en structurele hervormingen.
Dringende aandachtspunten voor de nieuwe minister
Het rapport wijst op verschillende urgente aandachtspunten voor de komende periode. Zo vertoont het begrotingssaldo over de eerste helft van 2025 een fors tekort, met een negatieve primaire rekening van ruim SRD 12 miljard. Vooral de herkapitalisatie van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), ter waarde van SRD 9,3 miljard, drukte zwaar op de begroting. Hoewel dit een wettelijke en noodzakelijke stap was om het vertrouwen in het monetaire systeem te herstellen, betekent het ook dat de begrotingsruimte beperkt blijft.
Daarnaast blijft de uitvoering van het retentiebeleid – waarbij exporteurs verplicht zijn een deel van hun buitenlandse inkomsten via lokale banken te verhandelen – problematisch. Vooral in de goud-, rijst-, hout- en vissector is de naleving laag, ondanks waarschuwingen en juridische stappen van het ministerie en de Deviezencommissie.
Belastinghervorming en institutionele vernieuwing
De belastinginning blijft een zwakke schakel in het overheidsapparaat. Hoewel de invoering van de BTW in 2023 meer inkomsten heeft opgeleverd dan verwacht, zijn er nog veel verbeterpunten in de uitvoering. De belastingdienst werkt aan modernisering via het FISREG-project, mede gefinancierd door de IDB, met als doel de oprichting van een zelfstandige belastingautoriteit (SARA). Wijnerman zal hierin een leidende rol moeten spelen om de continuïteit van het project te garanderen.
Verder zijn er institutionele vernieuwingen doorgevoerd, zoals de instelling van een Treasury-afdeling, de inwerkingtreding van de Comptabiliteitswet en de wet op het Spaar- en Stabilisatiefonds. Deze moeten zorgen voor strakker toezicht op overheidsuitgaven en een transparant beheer van toekomstige olie-inkomsten.
Positiever toekomstbeeld, mits beleid wordt voortgezet
De algehele conclusie van het overdrachtsrapport is dat Suriname dankzij moeilijke, maar noodzakelijke maatregelen een trend van herstel heeft ingezet. Maar dit herstel is broos en afhankelijk van voortgezet beleid, fiscale discipline en institutionele versterking. De uitdagingen voor minister Wijnerman zijn dus aanzienlijk, maar met haar ervaring en kennis wordt verwacht dat zij de ingeslagen weg van stabilisatie en hervorming zal voortzetten.
De samenleving en de markten kijken gespannen uit naar haar eerste beleidsmaatregelen, zeker met het oog op de voortzetting van cruciale projecten zoals het RVI-programma (Royalty’s Voor Iedereen) en het moderniseren van de belastinginfrastructuur. Wijnerman treedt aan in een periode waarin het vertrouwen in consistent beleid en degelijk financieel beheer essentieel is voor duurzaam herstel.