De nationale zaalvoetbalselectie deed de afgelopen week mee aan een 3-daags toernooi ‘Futsal Day’ in Frans-Guyana. Het werd jammer genoeg een teleurstelling voor het nationaal team, dat verrassend genoeg het evenement als 3e afsloot.
De competitie werd op donderdag 16 mei geopend tegen een selectie uit de Braziliaanse staat Amapá. Na een spannende knokpartij zegevierden de zuiderburen met 5-4. Een dag later was het gastland met 3-1 sterker. Op zaterdag 18 mei werd deelname met een overwinning op Martinique afgesloten. Het duel eindigde na reguliere speeltijd 4-4, maar Suriname zegevierde in de strafschoppenserie met 4-3.
Voor vele zaalvoetballiefhebbers was het resultaat onbegrijpelijk, aangezien het nationaal team een maand eerder aan het Concacaf kampioenschap had deelgenomen. Suriname miste nog net plaatsing voor de kwartfinale van het regionaal toernooi. Uitgaande van het niveau bij het Concacaf evenement, dat veel hoger ligt, was de verwachting dat de selectie een goede beurt op Frans grondgebied zou maken. Dat bleek na afloop een utopie.
“Persoonlijk had ik dit niet verwacht”, zegt een teleurgestelde aanvoerder Ike Adams in gesprek met Keynews. Hij verwijst naar 2014 toen hij met het nationaal team bij een soortgelijk toernooi in Frans-Guyana kampioen was geworden. De ploegleider merkte echter op dat de concurrentie, waaronder de oosterburen, niet stil zijn blijven zitten. “Frans-Guyana is zich gaan ontwikkelen met zaalvoetbal.” Uiteindelijk wonnen de gasten de hoofdprijs op eigen grondgebied door de Brazilianen af te troeven.
Als reden voor het mindere resultaat verwijzen Adams en bondscoach Parmessar naar de beoogde doelstellingen voor dit toernooi. De bondstrainer had in een eerder vraaggesprek laten doorschemeren deze competitie te willen gebruiken om nieuwe spelers en andere speltactieken uit te willen testen. “We hebben ons spel systeem veranderd”, aldus Adams. Naar verluidt lag het in de bedoeling hoog druk op de helft van de tegenstander te zetten. “En dat hebben we in mindere mate goed uitgevoerd”, zegt de aanvoerder. Andere minpunten waren het onnodig balverlies en het maken van verkeerde keuzes. “Tegenstanders hebben ons gelijk hierop afgestraft.”
Verder was het gemis van spelmaker Vangelino Sastromedjo ook voelbaar. De ervaren international maakte geen deel uit van de selectie. “Zaalvoetbal is bewegen, bewegen en nogmaals bewegen. Dit alles op een hoog tempo”, stelt de aanvoerder.
Na het Concacaf kampioenschap is het proces ingezet om elke week tenminste 1 keer als selectie te trainen. “Frans-Guyana was deel ervan en dat proces zal voortgezet worden volgens het bestuur van de Surinaamse Zaalvoetbalbond (SZVB) en trainersstaf. Het bestuur heeft ook beloofd tenminste aan 1 of 2 toernooien jaarlijks mee te doen”, aldus Adams.
Volgens de aanvaller blijft zaalvoetbal zich wereldwijd ontwikkelen. Hij benadrukt dat Suriname niet bij de pakken kan blijven neerzitten, maar ook moet groeien. “Dat gebeurt niet in een toernooi waar wij pas na een aantal jaren meedoen. We moeten meer van zulke toernooitjes spelen om het niveau te behouden”, benadrukt de kapitein.
Ondanks het tegenvallend resultaat meent Parmessar dat het een goed toernooi was “voor het proces wat we willen inzetten.” Volgens de oefenmeester is duidelijk gebleken “dat we ons mentaal nog veel moeten ontwikkelen, zodat randzaken geen invloed hebben op ons spel.” Met het laatste doelt de bondstrainer op de organisatie. Het team moest onder barre omstandigheden (accommodatie voor opvang en voeding) presteren.
Parmessar om nadere uitleg gevraagd wil echter geen details prijsgeven. “Ik wil daarover niet uitweiden, omdat ik niet wil overkomen alsof ik naar excuses zoek.” Volgens de bondstrainer hebben ook de Brazilianen geleden onder voornoemde omstandigheden, “maar zij hebben zich ondanks deze dingen wel kunnen focussen. Niet klagen maar voetballen.” Parmessar gelooft dat al deze zaken wel erin hebben geresulteerd dat Frans-Guyana kampioen is geworden.
Adams zegt een vervelend gevoel te hebben overgehouden van de accomodatie en het eten “dat helemaal niet naar wens was.”
Assistent bondscoach Derrick Garden schreef de laatste speeldag op zijn facebookpagina: “Echt wang libi libi strafoe ung kong koti na Frans-Guyana. Zaalvoetbal Natio kop op. Ik zoek geen rede van ons verlies hier maar dit wil ik nooit meer van mijn leven meemaken.”
Parmessar wil echter de nadruk leggen op het kunnen trotseren en overwinnen van zulke situaties. “In alle opzichten moeten wij leren hieruit en ook voorbereid zijn. Werk voor de team manager.” De voornoemde problemen mogen volgens de bondscoach geen impact hebben op het spel van de spelers. “Dat moeten we eruit krijgen. Wat dat betreft was dit toernooi ook weer een goed leermoment.”
De oefenmeester benadrukt dat niet zo zeer gelet moet worden op de eindklassering, “maar de stappen voor verdere ontwikkeling van ons spel zijn gezet. We hebben voor enkele andere spelers gekozen en ook een andere spelopvatting ten opzichte van het Concacaf kampioenschap. Over de nieuwe spelers zijn we dik tevreden. En de eerste stappen om hoog druk zetten te gaan beheersen zijn ook gemaakt. Ook daarover zijn we meer dan tevreden. Keulen en Aken zijn niet op 1 dag gebouwd”, filosofeert de bondstrainer.
Er is gekozen voor een nieuwe speltactiek, omdat het team heeft getoond het verdedigen op eigen helft redelijk goed beheerst. “Maar futsal is meer dan dat alleen. Nu gaan we de fase in van hogerop druk zetten. Als we dat ook onder de knie hebben zal de volgende stap volgen. We doen het stap voor stap. Ontwikkeling is nu het toverwoord.”
Hij zegt dat het team uitkijkt naar het volgend meetmoment en de start van een nieuwe competitie. Vanuit de lokale competitie zullen nieuwe spelers verder worden geïdentificeerd.