Een zevental judoka’s is afgelopen woensdag 6 april na lang wachten gepromoveerd naar tweede en derde dan (de Nidan en de Sandan). Het betrof ere-promoties (laatste vond in 2009 plaats) op basis van de bijdrage aan de judosport, waaronder als referee, trainer, coach of official de afgelopen jaren. Normaliter hebben deze bevorderingen meer betrekking op ervaren judoka’s, die jaren actief zijn.
Ditmaal viel deze eer Johan Nekrui, Angela de Bye, Giovanni Brunst (3e dan), Jeffrey Redjodikromo, Samantha Marica, Yigal Kopinsky en Rayen Conrad (2e dan) te beurt. Voorstellen voor deze bevorderingen waren sinds 2019 in behandeling. Sensei Meda Kommies, die in Suriname de hoogste dangraad (4edan) bekleedt, moedigde de groep aan zich verder in te zetten. “Jullie behoren nu tot het hoger kader en zijn de generatie die de judosport in Suriname verder moeten optrekken.” Kommies fungeert als voorzitter van de dangradencommissie. De werkarm werkte naar zijn zeggen aan een promotiereglement gebaseerd op de lokale situatie.
Dankbaar
De Bye is bijzonder blij en dankbaar. “Ik heb hard aan de weg getimmerd. Doordat ik nu mijn derde dan heb, kan ik verder met mijn referee carrière.” Haar volgende doelstelling is het behalen van het referee A-examen. “Dat is het hoogste dat er is.” Na het behalen van het A-diploma is het volgende streven deelname aan de Olympische Spelen. “Dat is mijn judodroom om daar te mogen staan en Suriname te representeren.” Mocht deze doelstelling niet worden behaald, blijft de nieuwbakken 3e danner van elk moment, dat zij op verschillende toernooien als referee mag fungeren, genieten.
De judoliefde begon al op vierjarige leeftijd. Op haar veertiende stopte de Bye als bruine bander. Vijftien jaar later pakte zij de draad weer op. “Ik ben toen nationaal kampioen geworden en een jaar later heb ik mijn zwarte band behaald.” Na het behalen van de zwarte band ging de scheidsrechter lesgeven. “Ik was ook de hele tijd coach en heb een aantal keren een paar top jeugdigde judoka’s naar het buitenland gebracht en mogen begeleiden. Hierna heb ik langzaam de overstap gemaakt als referee.”
Voor de Bye gold altijd zaken stapsgewijs aan te pakken. “Ik heb het steeds one step at a time genomen.” Wedstrijdjudoka leek in eerste instantie de voldoening. “Dat was het voor mij. Ik had ook niet eraan gedacht om referee te worden, maar ook dat kwam er langzaam in. Het is mij nu op het lijf geschreven en dit is echt mijn passie.”
Positief
Brunst kijkt heel positief terug op deze bijzondere mijlpaal. “Na hard werken en inzet voor de judosport ben ik zeer blij dat ik een promotie heb mogen ontvangen. Dit motiveert mij.” Hij wil zich nu verdiepen in coaching op internationaal niveau met doelstelling in de toekomst op grote toernooien te acteren. De potige judoka denkt hierbij aan de Olympische Spelen, wereldkampioenschappen, grand prix en Pan-Amerikaanse spelen.
Zijn onderscheiding bracht hem terug naar de start van zijn judoloopbaan op 5 december 1998. Sindsdien volgde er geen onderbreking. “Toen ik pas begon zei ik altijd dat ik eens een zwarte band om mijn middel wil hebben en Suriname op een waardige manier kan uitdragen. Dat was altijd mijn droom en ik heb ernaartoe gewerkt. Vandaag aan de dag mag ik met trots zeggen dat ik mijn 3e dan judo op zak heb.”
Judoka
“De hogere graad is enkel een titel voor mij”, aldus Nekrui op nuchtere toon. Naar zijn zeggen bevestigt de onderscheiding zijn kennis over de sport die hij tijdens trainingen en in de maatschappij zal toepassen. “Ik heb er eerlijk gezegd geen speciaal gevoel erbij gehad.”
Alleen de dood zou Nekrui en de judosport van elkaar kunnen scheiden. Hij wil vóór die tijd een aantal zaken verwezenlijken. De judoleraar denkt onder andere aan het technische aspect. Dit staat los van kracht die binnen deze gevechtsport van enorm belang is. “Goede techniek is even belangrijk. Daar werk ik dus ook aan om het onze judoka’s bij te brengen. Verder wil ik graag een eigen trainingsruimte voor onze club Kaizen. Met de huur die wij steeds betalen kunnen wij meer voor de jeugd doen. Als laatste wil ik graag dat de judosport in Suriname even populair wordt als bijvoorbeeld de voetbalsport”, klinkt het ambitieus.
De judoloopbaan begon vanaf zijn tiende jaar tijdens een vakantie- evenement. Nekrui ontdekte voor zijn geluk binnen één keer zijn lievelingssport, “maar dat geluk hebben niet alle jeugdigen. Zij die hun sport nog niet hebben ontdekt spoor ik aan te blijven proberen en kijken welke hen het beste ligt. Al kiezen zij uiteindelijk niet voor judo.”
Gemengde gevoelens
Redjodikromo blikt met gemengde gevoelens terug op zijn promotie. “Ik heb vanaf 2016 getraind om fysiek examen af te leggen. Helaas is die kans niet gekomen”, treurt de nieuwbakken 2e danner. Hij had liever fysiek een examen afgelegd dan dat het op deze manier moest. “Ik leer mijn judoka’s dat zij altijd hard moeten werken voor hun doelen en dat niets gratis is.”
Zijn volgende doelstelling is het neerzetten van een eigen judohal in Suriname, waar kinderen in alle plezier en veiligheid aan de sport kunnen deelnemen. Volgens Redjodikromo is ook van belang dat zij mooie vriendschappen kunnen opbouwen en leuke jeugdherinneringen eraan overhouden. Verder leren zij doorzetten, samenwerken, verdraagzaam zijn “vooral tegen de achtergrond van de multi culturele en etnische Surinaamse samenleving.” Hij legt ook de nadruk op studie. “Zij moeten hun best op school doen, zodat zij het land volgens de bijgebrachte judowaarden en -normen verder helpen opbouwen, vrij van nepotisme en corruptie.”
De liefde voor de judosport begon ruim 38 jaar geleden dankzij zijn vader. “Hij bracht mij in 1984 mee naar Cayenne om de Hajime Tigers judoclub mee te maken tegen Judoclub Samourai”, herinnert Redjodikromo zich. “Ik ben in oktober 1984 bij de Hajime Tigers als 10-jarige jongen begonnen. Tussen 1996-1999 was ik lid van Sportclub Sankaku.”
Ondanks enkele tussenpauzen vanwege studie en het opstarten van een gezin is scheiding met de judosport niet mogelijk. Evenals zijn vader was het in 2009 de beurt aan Redjodikromo om zijn zoon kennis met zijn geliefde sport te laten maken. “Ik bracht hem op zesjarige leeftijd mee naar judoclub Jigoro Kano.” Coach en ex-olympian Shies Madhar hield vader Redjodikromo echter het volgende voor: ““Als je hier komt om aan de kant te zitten kan je liever thuisblijven, kom de volgende keer in je judopak en dan kan je me helpen om judoles aan kinderen te geven!” Sindsdien is hij actief als coach en richtte hij samen met Madhar judoclub Sonkei op.
“Judo was voor mij meer een manier om iets leuks te doen zonder de intentie om ooit coach of clubhouder te worden. Van mijn jeugd judojaren heb ik heel veel goede en mooie herinneringen overgehouden. En datzelfde probeer ik nu terug te geven aan alle kinderen die bij Sonkei binnenkomen. Zelfs had ik ook geen intentie om hogere dangraden te behalen, maar helaas is dat wel nodig om in aanmerking te komen voor trainingen van de Internationale Judo Federatie (IJF).”
Vooruitgang
Kopinsky beschouwt dit bijzonder moment als een vooruitgang voor judo in Suriname. Naar zijn zeggen wordt het systeem van het buitenland lokaal nog niet gehanteerd, waarbij judoka’s vrijstellingen krijgen voor examen of bepaalde onderdelen hiervan. “Wedstrijdjudoka’s focussen zich dus meer op wedstrijden dan op bandstof.” Hij is echter zeer ingenomen en dankbaar met zijn prestatie.
Het deelnemen aan wedstrijden komt volgens de voormalige Olympian ten einde, maar zijn actieve deelname binnen de judosport gaat normaal door. Volgens Kopinsky bracht het moment van de onderscheiding hem niet terug naar hoe het allemaal in september 1995 begon, “maar wel dichter bij het einde.” Kopinsky wil het niet laten bij de 2e dan en denkt reeds ver vooruit. Op het verlanglijstje staat binnenhalen van de zesde dan. “Vanaf de zesde tot en met de tiende zijn het promoties.” De judoka heeft echter nog een lange weg te bewandelen.
Voldoening
“Ik heb er vooral voldoening in om jongeren technieken bij te brengen en te werken aan de bevordering van de judosport in het algemeen”, aldus Marica. Wedstrijddeelname komt nu weg te vallen voor de voorzitter van de Surinaamse Judo Federatie (SJF), maar dat zal haar niet stoppen om te werken voor haar volgende dangraden. Gedurende haar bijna twintigjarige judoloopbaan fungeerde de judoka onder andere als official, referee, bestuurslid en coach. “Ik zal mijn krachten waar nodig blijven geven.” Haar judocarrière begon als tiener. Zij trainde zowel in de junioren- als seniorengroep, waar Nekrui en Brunst ook bij betrokken waren met de organisatie van wedstrijden. “Vanaf toen hielp ik vaker mee.”