De bond van de docenten op IOL hebben, naar aanleiding van gesprekken gevoerd tussen het bestuur van de bond en het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en cultuur, besloten om de acties tijdelijk op te schorten.
“Na harde toezeggingen van het MinOWC op maandag 4 maart over de implementatie van de kwesties die aanleiding gaven tot het beraad, is de ruimte geboden tot eind april om deze te realiseren”, zegt het DoHOS. In een alv van de leden op dinsdag 5 maart is na deze harde toezegging besloten om de werkzaamheden woensdag 6 maart te hervatten. DoHOS benadrukt dat de actie tijdelijk is opgeschort.
De bond ging voornamelijk in beraad, omdat de overuren van periode 1 en 2 van het huidig collegejaar 2023-2024, inclusief de ATW-uren niet zijn uitbetaald. De lesurenstaten zijn vanwege veranderende signalen vanuit het MinOWC naar de directie van het IOL nog niet opgesteld, waardoor de uitbetaling niet heeft plaatsgevonden en er geen zicht is op wanneer dit zal gebeuren. Ook de (A)OC-vergoeding voor het collegejaar 2023-2024 is nog steeds niet geregeld, wat eveneens resulteert in uitblijvende uitbetalingen zonder zicht op een oplossing.
Het verschil in de (A)OC-vergoeding voor het collegejaar 2022-2023 is ook niet uitbetaald, ondanks de toezegging van het MinOWC in oktober 2023 dat dit uiterlijk in december 2023 zou gebeuren. Het MinOWC heeft ondanks harde toezeggingen nog steeds geen stappen gezet richting het ministerie van BiZa voor een passende loonreeks voor het IOL als tertiaire onderwijsinstelling.
De minister van MinOWC, Henri Ori, riep wrevel op bij de bond naar aanleiding van enkele uitspraken gedaan richting de docenten. Ook zou Ori, volgens de bond, persoonlijke verbale aanvallen hebben gericht richting de ondervoorzitter van de DoHOS, Ashvin Sewsahai via de media. In een tegen repliek heeft de bond de minister gedwongen om het pad van confrontatie en emotie achter zich te laten. Het ‘potentiële emotioneel escalatiemoment’ tussen de partijen is geneutraliseerd, geeft DoHOS aan. “Deze ontwikkelingen benadrukken de gezamenlijke inzet voor een constructieve dialoog en samenwerking”, merkt DoHOS op,