Alhoewel het bedrijfsleven de versoepeling op Protocol Procedure Werk- en verblijfsvergunning voor buitenlandskader op prijs stelt, kampt zij nog voornamelik met de hoge kosten die zij moeten betalen voor deze vergunning. Dat geeft de Verenging van Surinaamse Bedrijven (VSB) aan in haar berichtgeving.
De minister van Buitenlandse Zaken, Internationale Business en Internationale Samenwerkingen, Albert Ramdin maakte vorig maand bekend dat zij het aanvragen van werk- en verblijfsvergunningen voor buitenlandse kader voor bedrijven met minimaal 20 werknemers heeft versoepelt. Dit moest volgens Ramdin verder door werken in de ontwikkeling van het bedrijfsleven.
Het bedrijfsleven stelt de inspanningen op prijs. Er zijn echter verschillende bezorgdheden geuit door bedrijven. In dit schrijven bespreekt de VSB de belangrijkste zorgen van het bedrijfsleven in relatie tot de nieuwe regeling. Een van de meest uitgesproken zorgen van bedrijven is de hoge prijs van USD 1500 per vergunning. Deze kosten zijn aanzienlijk voor bedrijven. Internationaal is gangbaar dat kosten voor visa en vergunningen transparant en in verhouding tot de geleverde diensten moeten zijn. Hier ontbreekt volgens het bedrijfsleven duidelijkheid over welke criteria deze hoge prijs rechtvaardigen.
Hoewel het bedrijfsleven begrip heeft voor de noodzaak van administratieve kosten, is het essentieel dat dit bedrag niet wordt gezien als een verkapte manier om te profiteren van de uitdagingen waarmee de private sector wordt geconfronteerd, met name het tekort aan gekwalificeerd personeel. Bedrijven ondervinden reeds de gevolgen van personeelstekorten en dragen een zware verantwoordelijkheid om hun operaties draaiende te houden. In dit licht zou het van belang zijn dat de overheid helder communiceert over de opbouw van deze kosten.
Het bedrijfsleven, dat de motor vormt van de economie, is bereid om te betalen voor werkvergunningen, mits de kosten eerlijk en transparant worden uiteengezet. Een duidelijke verantwoording van hoe het bedrag van USD 1500 is berekend zou bijdragen aan wederzijds vertrouwen en aan een positieve perceptie van de nieuwe procedure. Het is cruciaal dat het bedrag in verhouding staat tot de administratieve handelingen en niet onbedoeld wordt ervaren als een oneerlijke last die verdere economische ontwikkeling belemmert.
De VSB dient als voorstel dat er een redelijke en transparante kostenstructuur wordt gehanteerd en op basis daarvan een eerlijk bedrag wordt vastgesteld. De huidige procedure is specifiek gericht op bedrijven met minstens 20 werknemers, wat tot uitsluiting leidt van sectoren die ook kampen met een tekort aan gekwalificeerd personeel, zoals landbouw en de medische sector. “Het uitgangspunt om alleen grotere bedrijven toegang te geven tot deze vergunning lijkt arbitrair, zeker gezien de noodzaak in kleinere sectoren. Bedrijf X bijvoorbeeld met 13 werknemers maar met significante investeringen (bijvoorbeeld USD 3 miljoen voor een tankbouwproject) worden benadeeld door deze maatregel”, merkt VSB op en heeft als voorstel dat er een flexibele aanpak wordt gehanteerd, waarbij zowel grote als kleine bedrijven onder dezelfde regels vallen, mits ze voldoen aan de basisvereisten zoals bijdrage aan de economie en werkgelegenheid.
Administratieve Lasten en Onpraktische Eisen
De administratieve eisen zijn rigide en vormen een obstakel voor bedrijven. Bedrijven moeten hun werknemers inschrijven bij het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB), wat onnodige administratieve stappen met zich meebrengt, vooral omdat veel tijdelijke werknemers zoals contractors vaak van huisvesting wisselen. Het is onduidelijk waarom dit nodig is als het bedrijf al garant staat voor de verblijfplaats van de werknemer.
Daarnaast worden te veel documenten geëist die in veel gevallen moeilijk te verkrijgen zijn, zoals bewijs van goed gedrag uit landen waar deze documenten niet gangbaar zijn. Dit veroorzaakt onnodige vertragingen, waardoor de procedure haar doel van efficiëntie niet behaalt. Hier heeft het bedrijfsleven als voorstel dat met de ‘Ease of doing Business’ dat de administratieve lasten voor bedrijven en werknemers zo beperkt als mogelijk gehouden moeten worden. “Enkel de strikt noodzakelijke documentatie zou vereist moeten zijn en flexibele regelingen voor tijdelijke werknemers zijn cruciaal.”
Toegankelijkheid van Rijtoestemmingen
Veel buitenlandse werknemers ervaren moeilijkheden met het verkrijgen van een rijtoestemming, wat essentieel is voor hun mobiliteit tijdens hun verblijf. Het proces bij de afdeling Rijbewijzen wordt omschreven als een ‘chaos’ en er is momenteel geen verkorte procedure die aansluit bij de nieuwe werkvergunningsregeling. Hier stelt het VSB voor dat de regering de mogelijkheid bekijkt waar de werknemers tijdelijk hun buitenlands rijbewijs kunnen gebruiken of op eenvoudige wijze deze omzetten naar een lokale vergunning zonder uitgebreide bureaucratie. Dit bevordert volgens de VSB de mobiliteit en efficiente van de werknemer op de werkvloer.