De intentieverklaring van zes partijen – geïnitieerd door de NDP en ondertekend door NPS, BEP, PL, A20 en later ook ABOP – suggereert dat Suriname afstevent op een nieuwe regeringscoalitie. Met 34 zetels in zicht lijkt de benodigde meerderheid binnen handbereik. Maar de échte uitdaging blijkt geen rekensom, maar een botsing van motieven en verwachtingen.
De NDP nam het voortouw in deze formatie met een duidelijke oproep tot bestuurlijke vernieuwing. Transparantie, versterking van instituties en verantwoord leiderschap vormden het fundament van de gesprekken. Partijen als NPS, A20, PL en BEP sloten zich aan vanuit gedeelde ambities om het bestuursmodel te hervormen. ABOP trad in een latere fase toe, vanuit de wens om als partner bij te dragen aan de opbouw van een stabiele regeringsmeerderheid. In dat kader ontstonden ook gesprekken over de invulling van sleutelposities. Zo ontstond een bont gezelschap waarin verschillende accenten gelegd werden: de één met nadruk op inhoudelijke hervorming, de ander op bestuurlijke vertegenwoordiging.
Intussen staat de VHP met 17 zetels – een aanzienlijk deel van het electoraat – aan de zijlijn. Hoewel uitgesloten van het eerste coalitieblok, zou hun bestuurlijke ervaring, beleidscontinuïteit en brede achterban cruciaal kunnen zijn voor het herstel van vertrouwen en stabiliteit in het land. Hier ligt een kans voor Suriname om de brug te slaan tussen meerderheid en representativiteit.
Inclusieve opties: bruggen bouwen in plaats van muren
In plaats van te kiezen voor uitsluiting, zijn er meerdere scenario’s denkbaar waarin álle partijen – ook de VHP – een constructieve rol kunnen spelen in het landsbestuur. Hieronder enkele modellen die politiek wenselijk én juridisch haalbaar zijn:
Nationale Eenheidscoalitie – Een brede regering waarin ook de VHP zitting neemt. Dit model zou de basis kunnen vormen voor maatschappelijke rust, politieke stabiliteit en breed draagvlak voor hervormingen – cruciaal in een periode van sociaaleconomisch herstel.
Zakenkabinet (Technocratisch bestuur) – Een kabinet bestaande uit vakministers, gedragen door het parlement maar benoemd op basis van deskundigheid en nationale eenheid. Volgens artikel 100 van de Grondwet benoemt de president ministers onder zijn verantwoordelijkheid, en deze hoeven niet uit de coalitie of DNA te komen. Er is dus ruimte voor een functioneel, competent en politiek breed gedragen kabinet.
Parlementair Beleidsakkoord – Zelfs zonder regeringsdeelname kan een partij als de VHP via inhoudelijke akkoorden invloed uitoefenen op wetgeving, begrotingen en hervormingsagenda’s. Dit vereist geen wetswijziging, enkel samenwerking tussen fracties via een beleidsakkoord of ‘gentleman’s agreement’ – volledig binnen de parlementaire praktijk.
Juridische ruimte voor samenwerking
De Surinaamse Grondwet en Kieswet bieden voldoende ruimte om deze samenwerkingsmodellen te realiseren. De relevante bepalingen zijn onder meer:
- Art. 92–97 Grondwet: regeling van de verkiezing van de president en vicepresident via DNA of VVV;
- Art. 100 Grondwet: ministers worden benoemd door de president en vallen onder zijn verantwoordelijkheid;
- De Kieswet regelt uitsluitend de verkiezing van DNA-leden, maar niet de samenstelling van coalities of de selectie van ministers.
De bal ligt dus niet bij de wet, maar bij de politieke wil.
Waarom?
- Het verhoogt de legitimiteit van het bestuur: burgers voelen zich vertegenwoordigd, ongeacht politieke voorkeur.
- Het verkleint de kans op parlementaire blokkades of stagnatie van beleid.
- Het stimuleert continuïteit van beleid, met name op het gebied van economie, onderwijs en institutionele versterking.
- Het geeft het signaal van nationale rijpheid en democratische volwassenheid, intern én internationaal.
De vraag is nu: hoe houdbaar is een coalitie waarin niet iedereen om dezelfde reden zit? En belangrijker: hoe geloofwaardig is een vernieuwingsagenda als representativiteit ontbreekt? En kan Suriname het zich veroorloven om in deze cruciale fase géén beroep te doen op de kracht van samenwerking?
Laten we in deze beslissende fase van de Surinaamse democratie de moed tonen om bruggen te bouwen in plaats van muren. Besturen is geen wedstrijd om posities, maar een gezamenlijke opdracht aan wie verantwoordelijkheid durft te nemen – voor het land, en voor elkaar.
Laat je stem horen voor eenheid, integriteit en samenwerking. Alleen samen brengen we echte vernieuwing tot stand.
Suriname bouw je niet alleen. Vernieuwing begint waar principes én partijen elkaar de hand reiken.”
Paramaribo 30 mei 2025
Ryan Iwan Rozenblad
#Suriname2025 #Verkiezingen #Coalitievorming #Politiek #Vernieuwing #Zakenkabinet #NationaleEenheid #Democratie #WanPipel #SamenVoorVernieuwing