De strafzaak tegen vijf Braziliaanse mannen die verdacht worden van een gewapende beroving te Jaw Pasi, verloopt moeizaam. Antonio, Damiao, João, José S. en José D. kregen deze week opnieuw te horen dat de rechter nog niet toe is aan de inhoudelijke behandeling van hun zaak. Dit is dezelfde boodschap die zij in augustus ontvingen, vlak voor het reces.
De rechter heeft besloten de voorlopige hechtenis van de bootsman, die de vier anderen heeft vervoerd, op te schorten. De advocaten van de mannen betwisten de beschuldigingen, waarbij zij benadrukken dat hun cliënten elkaar niet kennen en stuk voor stuk als ondernemers actief zijn.
Advocaat Aarti Radja vertegenwoordigt de bootsman. Ze pleitte met succes voor de opschorting van zijn voorlopige hechtenis, stellende dat er geen reden was om hem langer vast te houden. Hij is naast bootsman ook eigenaar van een restaurant dat hij samen met zijn vrouw runt.
De advocaat stelde dat hij als ondernemer geen enkele behoefte zou hebben aan deelname aan een beroving. Zijn enige betrokkenheid was dat hij, zonder enige kennis van de bedoelingen van de andere verdachten, mensen heeft vervoerd zoals hij dagelijks onbekende mensen transporteert.
Na het aanhoren van de argumenten besloot de rechter het verzoek van Radja in te willigen en de voorlopige hechtenis van de bootsman op te schorten. Verzoeken van de overige advocaten om ook hun cliënten in vrijheid te stellen, werden door de rechter afgewezen. Advocaat Chandra Algoe vroeg om de vrijlating van een van de mannen, die volgens een politieagent herkend zou zijn aan zijn neus.
Algoe betwistte de geloofwaardigheid van deze herkenning, daarbij aanvoerende dat er niets opmerkelijks aan de neus van haar cliënt is. De rechter hield echter vast aan de verklaring van twee slachtoffers die hem aan zijn lange neus zouden hebben herkend nadat hij tijdens de overval zijn bivakmuts had afgezet.
Ook een verzoek van advocaat Guno Castelen werd afgewezen. Castelen voerde aan dat de vermeende bewijsstukken, waaronder een handschoen en een muts die bij zijn cliënt thuis werden gevonden, gebruikelijke attributen zijn voor goudzoekers. Hij stelde dat deze voorwerpen veelvuldig worden gebruikt bij werkzaamheden met machines in de modder. Desondanks besloot de rechter de voorlopige hechtenis van de vier andere verdachten te handhaven. De zaak is uitgesteld voor verdere behandeling in de komende maand.