Het ministerie van Openbare Werken (OW) heeft in een persbericht bekendgemaakt dat de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) heeft geconstateerd dat informatie over de inschrijvingen voor het project ‘Rehabilitatie Van ‘t Hogerhuysstraat’ in handen van derden is gekomen.
De IDB concludeert dat hiermee de vertrouwelijkheid is geschonden. Volgens Dagblad De West en nieuwssite Starnieuws heeft de IDB onlangs besloten het aanbestedingsproces voor de herinrichting van de Van ‘t Hogerhuys- en Slangenhoutstraat te annuleren. Het project, met een waarde van 22,9 miljoen US-dollar, zal opnieuw worden aanbesteed. Deze beslissing werd genomen vanwege een ernstig integriteitsprobleem, nadat vertrouwelijke informatie vroegtijdig zou zijn uitgelekt naar een aannemer die niet in aanmerking kwam voor de opdracht.
Bouw- en Constructie Maatschappij Baitali NV (Baitali Group) heeft samen met Haukes Construction NV deelgenomen aan de inschrijving voor de bouw van de brug en de wegen Van ‘t Hogerhuysstraat en Slangenhoutstraat. Bij de brug was deze combinatie niet de laagste inschrijver. Bij de aanbesteding van de rehabilitatie van Van ‘t Hogerhuysstraat en Slangenhoutstraat was dat wel het geval. Farsi Khudabux van Baitali gaf in een gesprek met radio ABC een genuanceerde toelichting op het verloop van de inschrijving. Hij sprak daarbij ook namens Haukes. Vanwege de hoge kwalificatie-eisen hebben deze twee bedrijven besloten om samen in te schrijven.
“Wij hebben in Haukes een geschikte partner gevonden. Samen hebben we meegedaan aan de pre-kwalificatie. We zijn geprekwalificeerd en hebben vervolgens meegedaan aan de aanbesteding voor de brug in eerste instantie en daarna voor de aanbesteding van de weg”, legde Khudabux uit. “Bij de brug waren we niet de laagste inschrijver, maar tegelijkertijd werd ons aangegeven dat onze aanbieding niet geaccepteerd kon worden omdat er onvolkomenheden waren”, merkt Khudabux op. De bedrijven hebben toen schriftelijk om verduidelijking gevraagd. “We hebben gevraagd wat de onvolkomenheden waren. We hebben heel netjes antwoord gekregen van wat de gronden zijn. Het waren criteria van percentages voor de onderaanneming. We hebben dat toen afgesloten en zijn verder gegaan.”
De bedrijven hebben vervolgens meegedaan aan de aanbesteding van de weg. “Wij waren hier de laagste inschrijver. We zaten ergens in de buurt van USD 18 miljoen.” Volgens het ministerie zijn de bedrijven afgewezen omdat ze geen samenwerkingsovereenkomst hebben ingediend als joint venture. Khudabux geeft aan dat de bedrijven hebben nagelaten de joint venture agreement in te dienen. “Men heeft onze “bid” als laagste inschrijver niet eens in overweging genomen. Ook zien zij dit niet als reden om afgewezen te worden.”