“Meki den man libi nanga a Srd300 uitkering”, “mi feti gi a kondre disi en na a behandeling disi mi e kisi, a disi no kan”, zijn enkele van de uitspraken van een groep ex-militairen bij een protesactie voor het gebouw van het ministerie van Defensie aan de Kwattaweg.
Zij hebben vlak voor het gebouw een blokkade opgeworpen van een pick-up, enkele fietsen en bromfietsen. De gemoederen van de ex-militairen zijn duidelijk verhit. In de jaren tachtig hebben zij tijdens de Binnenlandse Oorlog gevochten tegen de Jungle Commando. Vele van deze militairen zijn ontevreden over de behandeling die zij van de Staat krijgen.
“Ik heb letsels opgelopen en kan niet goed werken. Ik heb een snee van mijn lies uit naar ver boven mijn navel toe”, legt Waldo Jameson uit. Hij trekt zijn shirt omhoog om het bewijs te leveren. Door zijn verwonding moest hij ook aan zijn darmen worden geopereerd.
“Vele van de militairen hebben hun trauma niet kunnen verwerken, ik heb dat op mijn eigen manier kunnen doen. Het kan toch niet dat we ons hebben ingezet voor land en volk en dan moeten de ex-militairen het doen met een vergoeding van SRD 300,-” vraagt Jameson zich af.
De politie stond er ook bij om te voorkomen dat de situatie zou escaleren, maar het lijkt juist bijna op een gevecht tussen de politie en de militairen af te stevenen. De actiegroep eist dat vergoedingen van de militairen worden opgetrokken en dat een bouwkavel of huis ter beschikking wordt gesteld aan de ex-militairen.
De directeur van Defensie, Sherif Abdoelrahman, heeft de grieven van de groep aangehoord. De minister van Defensie, Krishna Mathoera was op dat moment in de Nationale Assemblée voor de Jaarrede. De ex-militairen hebben hun misnoegen geuit over de SRD 300.- die zij maandelijks van de Staat krijgen. “Directeur, het is bij lange na niet genoeg. We willen in deze door de Staat erkent worden.” Als reactie zei de directeur dat de SRD 300,- een blijk van erkenning is.
Deze uitspraak van Abdoelrahman is niet in goede aarde gevallen bij de ex-militairen, die al verhit waren. “Neemt u dan die SRD300,- per maand en dan geeft u mij uw salaris, dan zijn we dan goed”, gaven ze aan. De gemoederen liepen weer op, en de defensiedirecteur was genoodzaakt zich terug te trekken. Hij heeft gewerigerd de pers te woord gestaan.
Albert Jomena (56), was vanaf zijn 20ste in het leger. Hij zegt dat het niet kan dat hij en zijn collega’s zo een behandeling krijgen van het land. “Na unu kiri ala den huurling! Maar luku fa unu musu pina”, zegt hij verhit. Jomena is van mening dat de offers die de militairen hebben gebracht meer dan genoeg is geweest. “Geef de mannen een huis of een perceel. Zodat den man kan seti den libi.
Vele van ze hebben kinderen en zelfs kleinkinderen”, zegt Jomena. De groep ex-militairen probeert al sinds 2007 zaken geregeld te krijgen. “Maar regering kon, regering go, no wan man kan regel wan sani gi unu.” Jomena krijgt bijval van een andere collega die zegt dat alleen Ivan Fernald, tijdens zijn termijn als minister van Defensie, moeite had gemaakt om iets te kunnen betekenen voor hen. “Maar mi no sabi san kon pasa, want a politiek koti a tori dati.”
De officiële woordvoerder van de groep, Jameson, zegt dat de groep in juni reeds op gesprek was bij de minister. Daarbij hebben zij hun wensen doorgegeven. Er zou in augustus nog een moment van gesprek moeten zijn, maar daar kwam niks van terecht. “Want de minister moest naar het buitenland. Nu horen we dat we een schrijven moeten richten. Wat we erin moeten vermelden, weten we niet”, zegt Jameson. De minister van Defensie was ervan op de hoogte dat de ex-militairen in protest zouden gaan, mocht er vertraging optreden in het realiseren van de gemaakte afspraken. “Alleen hebben we niet gezegd wanneer, maar we hebben ze wel gezegd dat we acties zullen opzetten”, aldus Jameson.