Voetbalkenners wereldwijd zijn het erover eens: Manchester City wint waarschijnlijk de Champions League Finale van zaterdag 10 juni, in Istanbul, Turkije. Maar als er een persoon is, die ondanks alle optimisme voorzichtig blijft, is dat zeker wel Man City’s coach Pep Guardiola. Hij heeft pijnlijke herinneringen overgehouden aan cruciale Europese confrontaties met Italiaanse clubs.
Het verschil in passzuiverheid was bepalend voor de mate van balbezit, die elk van de twee CL-finalisten haalde het afgelopen seizoen. City had in zijn twaalf ontmoetingen gemiddeld bijna 60 procent van de speeltijd de bal (59.84). Internazionale moest het doen met 46.42 procent balbezit, gemiddeld dus minder dan hun tegenstanders.Wie wil wedden op de CL-finale krijgt duidelijk ook te maken met de op papier, overweldigende overwinningskansen die Manchester City worden toebedeeld. Bij een overwinning voor City wordt 1.44 maal de inzet uitgekeerd. Dat de theoretische kans op zelfs een gelijkspel volgens wedkantoren klein is, blijkt ook uit de odds: een gelijkspel levert 4.60 maal de inzet op.
Een overwinning voor Internazionale is goed voor niet minder dan 6.75-maal de inzet. Deze odds spreken boekdelen. En toch zullen al deze voorspellingen en projecties Man City’s coach Guardiola niet helemaal geruststellen. Hij heeft als speler en als coach ervaren dat er altijd een kans is dat de torenhoge favoriet tuimelt bij de laatste horde.
Pijnlijke herinneringen
1994, de Champions League finale: AC Milan vs Barcelona. Het Dream Team van Barcelona, met als coach de legendarische Johan Cruijff en Guardiola als stijlvolle en slimme controlerende middenvelder, was in alle opzichten de grote favoriet om hun tweede CL-titel te winnen. De eerste werd twee seizoenen daarvoor gepakt. Barça was zoveel beter dan Milan dat het zelfs een beetje arrogant was. Hun coach schoof ook niet onder stoelen of banken dat alleen zijn team de hoofdprijs verdiende.
Barça had dat seizoen met oogstrelend voetbal bijna alle tegenstanders van het veld geveegd. In de dagen voor de ontmoeting werden de spelers van Barcelona ontspannen en onbezorgd gefilmd en gefotografeerd. Maar de finale zelf werd een ontluistering voor Cruijff en zijn Dream Team.
Het werd een tactische masterclass van AC Milan dat de voetbalwereld schokte door Barcelona met maar liefst 4-0 af te drogen. Dat resultaat wordt nog steeds beschouwd als één van de grootste teleurstellingen in de geschiedenis van de Catalaanse club.
Pep weet nog heel goed hoe het was om dat te ondergaan.
En ook als coach heeft Guardiola moeten ervaren dat daadwerkelijk winnen geen logisch gevolg is van afgetekend favoriet zijn. Seizoen 2009-2010, de halve finale van de Champions League tussen Barcelona en Internazionale. In het seizoen 2008-2009 had Guardiola in zijn eerste jaar als coach van Barca alles in Spanje en Europa gewonnen wat te winnen viel.
Ook in het tweede seizoen speelde Barcelona sprankelend aanvallend voetbal en met Lionel Messi op dreef, was de verwachting van veel fans dat de Catalanen hun tweede Champions League titel zouden winnen. Maar Internazionale, toen geleid door José Mourinho, was over twee ontmoetingen slimmer, zakelijker en efficiënter en schakelde Barcelona uit.
Inter won uiteindelijk ook de finale en de cup met de grote oren. Deze ervaring is, zoals Guardiola zelf ook vertelde, een van de pijnlijkste die hij als coach heeft gehad. De Champions League trauma’s voor Pep beperken zich niet slechts tot het ‘verre verleden’ en Italiaanse clubs. In de 2020-21 finale tegen Premier League collega’s Chelsea was City ook favoriet, maar verloor met 1-0. Het werd het vorig seizoen in de halve finale tegen Real Madrid ook een grote teleurstelling.
City won de eerste ontmoeting in eigen huis met 4-3. In de return in Madrid stond de Engelse club tot kort voor het einde voor met 1-0. Maar in blessuretijd wist Madrid tweemaal te scoren en de stand over twee duels gelijk te trekken, waardoor er een verlenging nodig was. In de verlenging scoorde Real nog een keer en griste op spectaculaire wijze de finaleplek uit handen van hun Engelse tegenstanders.
Verdedigen en winnen
Italiaanse teams zijn traditioneel meesters in de kunst om vanuit een verdedigende, underdogpositie de winst te pakken. Dat is niet veel veranderd. Dat zeggen de statistieken trouwens ook weer. Man City’s spelers wonnen in de afgelopen twaalf duels in totaal 46 tackles. Bij Inter wonnen ze er bijna tweemaal zoveel: 83 in totaal. Dat verschil moet als een belangrijke waarschuwing gelden voor Guardiola en zijn technische staf. Internazionale is bekend met omstandigheden waarbij het minder balbezit heeft en veel moet verdedigen.
En dat deden ze dit seizoen ook met succes. Tot nu toe wisten ze bij Internazionale in acht ontmoetingen hun tegenstanders van scoren af te houden. Man City deed dat tien keer. Acht keer ‘de nul houden’ is ook geen toeval. Doelman Andre Onana van Internazionale maakte de meeste reddingen van alle keepers dit CL-seizoen. 45 keer wist de keeper van Kameroen een doelpunt te voorkomen. Ederson van Manchester City moest in totaal 26 keren reddend optreden.
City staat, zoals meestal het geval is met teams die gecoacht worden door Guardiola, bekend om zijn sprankelend aanvallend voetbal. Maar de club heeft geleerd en past die kennis op effectieve wijze toe. Man City is koploper, als het gaat om het heroveren van ballen. Het veroverde 449 ballen, weliswaar 12 minder dan Internazionale, dat 461 ballen kon heroveren op tegenstanders.
Maar vooral in het geval van City betekenen deze cijfers veel. Deze counter-pressing is voor veel tegenstanders verstikkend gebleken. Bij balverlies op de helft van de tegenstander, of wanneer de tegenstander dicht bij het eigen doel balbezit heeft, jagen de spelers van Manchester City als bezetenen op de bal om die zo snel mogelijk weer in bezit te krijgen.
Tegenstanders krijgen geen tijd en ruimte om te denken wat tot balverlies leidt. Omdat het vaak relatief dicht bij het doel van de tegenstander gebeurt, leiden deze veroveringen vaak binnen een seconde of drie tot grote kansen en doelpunten voor Man City. Hun counterpressing zal mogelijk de doorslag geven tegen Inter.
Individuele klasse
Maar ook de individuele klasse van City’s spelers zal zaterdag waarschijnlijk bepalend worden. Middenvelders Ilkay Gündogan– hij scoorde de laatste weken belangrijke doelpunten – en Kevin De Bruyne zijn twee sleutelspelers die het verschil kunnen maken tegenover een degelijk, maar niet uitzonderlijk Inter-middenveld met onder meer Nicolo Barella, Hakan Calhanoglu. De Bruyne gaf dit CL-seizoen de meeste assists (passes die leiden tot doelpunten): zeven, in totaal.
Federico Dimarco voert de lijst aan bij Inter met vijf assists. Op papier is City’s grootste troef mogelijk wel hun ‘monsterspits’ Erling Haaland. De Noorse doelpuntenmachine scoorde in zijn eerste seizoen bij Manchester City 51 keer in 45 wedstrijden, waaronder 12 in de Champions League, wat hem tot de topscorer van dit CL-seizoen zal maken.
De spelers die hem hadden kunnen inhalen, Mohamed Salah van Liverpool (8) en Vinicius Junior van Real Madrid (7), zijn reeds uitgeschakeld. Spits Edin Dzeko, ex-aanvaller van Manchester City nota bene, van Internazionale is met vier treffers de topscorer van zijn club dit seizoen in de Champions League. Bijna alle cijfers en statistieken geven aan dat Manchester City de beste papieren in handen heeft om zich zaterdag in de Turkse hoofdstad voor het eerst tot Champions League kampioen te laten kronen.
Maar bij City hebben ze genoeg mensen rondlopen die weten dat er niet te vroeg gejuicht mag worden. Want Inter weet wat je als underdog kan doen om, ondanks een theoretisch kleine kans, van een torenhoge favoriet te winnen.