Suriname is het land van de Inheemsen. Hoewel het land werd afgepakt van deze oorspronkelijke bewoners, bleven zij alle rechten erop en eraan behouden.
Het Kalina en Lokono vonnis van 25 november 2015, uitgesproken door het inter-Amerikaans Hof voor Mensenrechten, bevestigt de rechten van de Inheemsen. Eerder, op 28 november 2007, wonnen de Saamaka een baanbrekende rechtszaak voor de Tribalen tegen Suriname bij hetzelfde Hof.
Deze twee vonnissen wijzen erop dat sommige wetten van Suriname onvoldoende goddelijke en menselijke principes als basis hebben. Het is duidelijk dat wij als Surinamers (degenen die bevoegd zijn om wetgeving te produceren), op de een of andere manier niet in staat zijn om uitvoering te geven aan de genoemde vonnissen. Want hoeveel keren moet er een vonnis over de rechten van deze zelfde groepen uitgesproken worden voordat ze uitgevoerd worden?
En ook al zouden ze uitgevoerd worden, zou men zich wel houden aan die wetten?
Wat wij tot nu toe zien is dat de verantwoordelijke personen zich niet storen aan recht en wet. Het is de mens die veranderingen teweegbrengt in een samenleving, in positieve of negatieve zin. Als die veranderingen uitblijven dan handelen degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn op een onmenselijke wijze tegenover hun medemensen die benadeeld worden.
Ik, Albert Aboikoni, Grootopperhoofd onder de stam der Saramaccaners, doe een beroep op degenen die verantwoordelijk zijn voor het produceren van wetten, maar ook op hen die voor orde en rust moet waken, om hun taken niet alleen volgens de geldige wettelijke regels, maar ook vooral gebruikmakend van de goddelijke ethische principes uit te voeren. Het uitblijven van de wettelijke regels met betrekking tot de collectieve rechten van de Inheemsen en Tribalen rechtvaardigt de behandeling die deze Surinamers krijgen niet. Mij bekruipt het gevoel dat bestaande wetten worden ingezet tegen deze volkeren, bijvoorbeeld door ‘legaal’ concessies uit te geven in hun woongebieden.
Ik betreur het voorval te Pikin Saron en condoleer de families van degenen die het leven hebben gelaten. Ik roep Surinamers op om geen geweld tegen elkaar te gebruiken. Alle etnische groepen in het land moeten de collectieve rechten van de Inheemsen respecteren. De Afro-Surinamers, in het bijzonder, mogen niet aangezet worden om onrecht te plegen tegen Inheemsen, onder geen beding en op geen enkele wijze! Ten tijde van ons verzet tegen de koloniale machthebbers, hebben zij ons opgevangen. Wij zouden daarom het volgende ethische principe moeten hanteren: ook al geeft de overheid daartoe de opdracht, wij zullen nooit komen aan de rechten van de Inheemsen.
Ten slotte vraag ik mij af, of er geen wijzen zijn in Suriname. Mannen en vrouwen die langer hebben gewoond op deze aarde en die opdrachten kunnen geven, regeerders kunnen beïnvloeden, in het voordeel van allen. Zijn er geen wijzen in het land die een rechtvaardig oordeel kunnen vellen over zaken die nu gebeuren?