Jermain K. is veroordeeld tot een celstraf van één jaar voor diefstal van twee gasflessen. Hoewel hij bij zowel de politie als de rechter-commissaris een bekentenis had afgelegd, ontkende hij de diefstal in de rechtszaal.
Dinsdag, voorafgaand aan de uitspraak, vroeg hij de rechter of hij de benadeelden mocht vergoeden in ruil voor zijn vrijheid. Twee getuigen herkenden hem op videobeelden van een bewakingscamera. Een van hen was de benadeelde zelf, de andere een medewerker van de benadeelde. Beide getuigen kennen de verdachte, omdat hij op steenworp afstand woont en regelmatig ijsjes komt kopen. Op de videobeelden, die tijdens de zitting werden afgespeeld, is te zien hoe een slanke man een gasfles ontkoppelt en meeneemt.
De dief had zijn trui over zijn hoofd getrokken, maar zijn geblondeerde kuif was zichtbaar. De getuigen herkenden hem niet alleen aan zijn houding en manier van lopen, maar ook aan deze opvallende haarkleur. Inmiddels heeft de verdachte zijn kuif afgeschoren en zijn haar weer zwart geverfd.
Zowel de rechter als de openbare aanklager confronteerden hem met passages uit het dossier waarin hij gedetailleerd vertelde over het motief en de werkwijze bij de diefstal. Jermain K., die commerciële sekswerker is, verklaarde destijds dat hij door een klant, die hij enkel als “Rasta” aanduidde, was benaderd. Beiden zaten in geldnood en Jermain zou tegen Rasta hebben gezegd dat hij wist waar ze gasflessen konden stelen. Samen trokken ze er ‘s nachts op uit. Volgens zijn eigen verklaring bleef Jermain in de auto, terwijl Rasta de gasflessen bij twee adressen stal.
De verdachte weigerde echter de identiteit en het adres van Rasta vrij te geven, omdat deze ook zijn klant was en had gevraagd om anoniem te blijven. Rasta zou de gasflessen later hebben verkocht. Tijdens een confrontatie met een van de benadeelden op het politiebureau had Jermain K. de diefstal opgebiecht en aangeboden de schade te vergoeden. Op de zitting kwam hij echter op die bekentenis terug. Toen de rechter hem vroeg waarom hij eerder wel had bekend, antwoordde hij dat hij bang was bij de politie.
De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van twee jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd. In zijn laatste woord verklaarde de verdachte: “Al heb ik ze niet genomen, toch wil ik ervoor betalen”. De rechter veroordeelde hem uiteindelijk tot een gevangenisstraf van één jaar, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht en een proeftijd van één jaar.