Een woede-uitbarsting vanwege een niet geleverde bestelling, als gevolg waarvan David D. een meubelmaker heeft mishandeld, leverde hem een celstraf van 2 jaar op.
Zes maanden daarvan zijn voorwaardelijk, terwijl de periode die hij in voorarrest heeft gezeten wordt afgetrokken. Voorafgaand aan het vonnis op vrijdag 17 maart 2023 had hij zijn excuses aangeboden aan zowel de rechter, het Openbaar Ministerie en de totale rechterlijke macht, als aan het slachtoffer en diens familie.
David D. had SRD 23.500 aan een meubelmaker betaald voor de maak van een keukenkast en een salontafel. Hoewel dit bedrag al in augustus 2021 volledig was betaald, kreeg hij deze zaken maar niet geleverd. David D. had zijn beklag bij de politie gedaan, maar dat had niet geholpen. Hij voelde zich opgelicht. Uiteindelijk bracht de meubelmaker hem wel een kast, maar die was in een andere kleur dan wat hij had besteld. Bovendien was de kast niet compleet.
Toen David de man op 2 juli vorig jaar bij een bandenreparatiezaak tegenkwam, kon hij zijn opgekropte woede niet bedwingen. Hij greep een bandenlepel en sloeg de man neer. De slag kwam op het achterhoofd terecht. Het slachtoffer belandde in het ziekenhuis en werd geruime tijd behandeld op de afdeling intensieve zorg. Toen hij het ziekenhuis eindelijk mocht verlaten, bleken zijn oogzenuwen zodanigzijn aangetast dat het rechteroog niet meer dicht kan. Ook het gehoor is deels uitgevallen aan de rechterkant.
Zijn advocaat had de rechter gevraagd om de omstandigheden, waaronder David D. had gehandeld, mee te wegen. Hij zou volgens de verdediging uit in een opwelling hebben gehandeld, waardoor er sprake zou zijn van noodweerexces. Maar, rechter Lydia Ravenberg zei op de zitting van vrijdag 17 maart, dat hiervan geen sprake was. Onder meer was er voorafgaande aan de aanval van David D. geen communicatie geweest met het slachtoffer. Integendeel zou hij de man onaangekondigd en van achteren hebben geslagen, waardoor de meubelmaker niet eens in de gelegenheid was zich te verdedigen. Dit wordt bevestigd door zowel ooggetuigen als de beklaagde zelf. Hij zei in zijn laatste woord veel spijt tehebben van wat hij heeft gedaan.
De rechter achtte, net als het OM, zware mishandeling bewezen. Alleen ging de magistraat niet mee met de strafeis van 2,5 jaar, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Het vonnis: 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 voorwaardelijk, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.