Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) heeft Venezuela per direct verboden verkiezingen te organiseren of voor te bereiden in het betwiste gebied Essequibo, dat momenteel door buurland Guyana wordt bestuurd
Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag heeft vandaag op verzoek van de Coöperatieve Republiek Guyana een voorlopige maatregel uitgevaardigd tegen Venezuela. De maatregel komt als reactie op het voornemen van Caracas om op 25 mei 2025 verkiezingen te houden in het betwiste gebied Essequibo, een regio die de afgelopen maanden weer internationaal onder spanning staat.
In de beschikking staat letterlijk: “In afwachting van een definitieve beslissing in deze zaak dient de Bolivariaanse Republiek Venezuela zich te onthouden van het houden of voorbereiden van verkiezingen in het betwiste gebied, dat momenteel wordt bestuurd door de Coöperatieve Republiek Guyana en waarover zij controle uitoefent.”
Deze uitspraak werd aangenomen met een meerderheid van 12 stemmen tegen 3 in het voordeel van Guyana. Daarmee geeft het ICJ een duidelijk signaal dat unilaterale acties van Venezuela in strijd zijn met het lopende juridische proces over de territoriale grenskwestie.
De uitspraak van vandaag bevestigt en versterkt de voorlopige maatregelen van 1 december 2023, die destijds werden genomen om Venezuela te beletten een referendum te houden over de status van Essequibo. Het referendum ging desondanks door, maar kreeg internationaal weinig erkenning.
Volgens het ICJ ondermijnt het organiseren van verkiezingen in Essequibo de rechtsgang en vormt het een directe provocatie richting Guyana. Caracas lijkt hiermee doelbewust druk te willen uitoefenen op een gebied waar het feitelijk geen controle of jurisdictie over heeft.
Guyana daarentegen voert het bestuur uit in Essequibo, dat goed is voor zo’n twee derde van het grondgebied van het land, en beschouwt de acties van Venezuela als een grove schending van het internationaal recht en het beginsel van soevereiniteit.
Regionale spanningen en diplomatieke zorgen
De uitspraak van het ICJ wordt internationaal verwelkomd als een stap in de richting van rust en stabiliteit in de regio. Verschillende Caribische staten, waaronder Suriname, volgen de ontwikkelingen nauwgezet, mede vanwege de impact op grensgeschillen en de geopolitieke verhoudingen in Zuid-Amerika.
Voor Guyana is dit een belangrijke overwinning, zeker in het licht van de recente diplomatieke spanningen. De betwiste Essequibo-regio is rijk aan natuurlijke hulpbronnen, waaronder olie en mineralen, wat de inzet voor beide landen vergroot.
Hoewel Venezuela geen feitelijke macht heeft in Essequibo, probeert het via juridische en politieke wegen het eigenaarschap van de regio te claimen. Guyana daarentegen beroept zich op het Arbitraal vonnis van 1899, dat de grens tussen de twee landen vaststelde en nog steeds door het overgrote deel van de internationale gemeenschap wordt erkend.
Volgende stappen in het Essequibo-conflict
De zaak tussen Venezuela en Guyana ligt nog steeds bij het ICJ en zal de komende maanden verder worden behandeld. Ondertussen roept het Hof beide partijen op zich te onthouden van handelingen die de situatie kunnen verergeren of het proces kunnen beïnvloeden.
Het is nog onduidelijk hoe Venezuela zal reageren op deze bindende uitspraak. De regering van president Nicolás Maduro heeft zich in het verleden sceptisch getoond over de bevoegdheid van het ICJ, maar de internationale druk neemt toe om zich aan de regels van het recht te houden.
Voor Guyana betekent de uitspraak dat de soevereiniteit over Essequibo voorlopig juridisch beschermd blijft, zolang het gerechtelijk proces voortduurt.