HET IMF HERSTELPROGRAMMA
Op woensdag 9 februari belegde de minister van Financiën en het IMF een persbriefing. Helaas konden de journalisten hun werk niet doen, omdat ze voor de sluiting van de persbriefing waren uitgenodigd. Op de regeringspersconferentie van 8 januari 2024 was het anders. Toen waren de journalisten correct uitgenodigd. Echter werd er geen antwoord gegeven op de vraag waarom Suriname, ondanks veel meer verdiensten na 2010, naar het IMF moest gaan voor betalingsbalans steun? President Chandrikapersad Santokhi verklaarde toen dat Suriname met succes het IMF-programma heeft uitgevoerd en dat de economie van Suriname weer op spoor is. Suriname zou een showcase zijn voor andere landen die een IMF-programma willen uitvoeren.
De jaarverslagen van CBvS Om inzicht te krijgen in de “financiële crisis” en de oorzaak daarvan zou men daarvoor de jaarverslagen van de Centrale Bank van Suriname moeten raadplegen. Dit instituut is bij wet de staatskassier en de onafhankelijke monetaire autoriteit. De Nationale Assemblee (DNA) die bij wet is aangewezen om de regering te controleren zou dat ook daarmee moeten doen. Volgens een verklaring van een der directeuren van de CBvS, zijn de rapporten echter slechts door ingewijden te begrijpen. Dus niet door de doorsnee burger. Ook heeft zij haar onafhankelijkheid en wettelijke taak, het bepalen van het monetaire beleid, aan IMF overgedragen.
Zo is het haar verboden om de waarde van de SRD te verdedigen en voert zij een Open Markt Operatie (OMO) uit, waarvan in de media blijkt, dat behalve het IMF en de CBvS, niemand de noodzaak of de doelmatigheid daarvan ziet. Wat wel vaststaat, is dat tegelijk met de OMO de koers op hol sloeg van 24,71 naar SRD 40 voor een USD. In de DNA verklaarde de minister van Financiën, drs. Stanley Raghoebarsing, dat de OMO een dure les is waarvan de schade, op dit moment ruim 5 miljard SRD, door de samenleving betaald zal moeten worden. Met het negatieve saldo van – 4,8 miljard in 2019 van de Bank erbij, wordt dat totaal -9,8 miljard SRD.
De handelsbalans weergeeft de jaarlijkse cijfers van alle exporten en importen, de gepleegde betalingen aan- en de ontvangsten voor diensten uit het buitenland. Daarnaast moeten ook de overmakingen van de winsten van de buitenlandse bedrijven, aflossingen van leningen en rente in het buitenland van bedrijven daarin staan en de ontvangen winstbelasting. In het jaarverslag van de CBvS zouden ook de daadwerkelijke investeringen te zien moeten zijn van de multinationals. In dit verband kan verwezen worden naar Newmont. Die maakte in 2011 bekend dat ze 270 miljoen USD zou investeren in Suriname, terwijl bij de start in 2016 van het bedrijf het volgens de CEO van Newmont, 150 miljoen USD minder was.
Maar intussen had ze wel 300 miljoen USD ontvangen van Staatsolie voor 25% aandelen. Wat niet gevonden kunnen worden in de rapporten van de CBvS zijn de winstovermakingen van de multinationals naar hun moederbedrijf en de ontvangsten van winstbelastingen van de multinationals voor de staat. Klaarblijkelijk is de CBvS niet langer de kassier van de overheid, terwijl het goudinstituut na 15 jaren er nog steeds niet is, om de multinationals te controleren. Uit de cijfers van de handelsbalansen van 2006 tot 2020 en de Suriname Country Profile van de CBvS, zijn tabel 1 en 2 vervaardigd. In tabel 1 zijn weergeven de export en de import en het saldo daarvan. In tabel 2 staan; in kolom 1 het saldo van Exp. minus Imp , In kolom 2 de overmakingen naar het buitenland van het saldo dienstenrekening /onzichtbaar verkeer en in kolom 3 het saldo van de Exp/Imp en de overmakingen van de diensten rekening/onzichtbaar verkeer.
Ook zijn de koersen erbij vermeld in de verschillende regeerperioden in kolom 4. Uit de periode 2006 tot 2010 (tabel 2) blijkt dat het Saldo van de Exportwinst minus het onzichtbaar verkeer USD 221 miljoen positief was met een koers van SRD 2,70 voor een USD. In de regeerperiode 2011 tot en met 2015 is er een negatief saldo van -1,418 miljard USD. Er is dus meer overgemaakt naar het buitenland dan er netto was verdiend. Ook in de regeerperiode 2016 tot 2020 is er USD 387 miljoen meer overgemaakt naar het buitenland dan verdiend. Er is dus tussen 2011 en 2020 totaal 1,8 miljard USD te veel overgemaakt waarvan de tegenprestaties onzichtbaar zijn in de economie. In 2020 werd het saldo positief. Echter devalueerde de regering de koers naar SRD 21,40 voor een USD in 2021 en SRD 24,71 in 2022. Om het vervolgens samen met de CBvS /IMF(OMO)te laten stijgen naar SRD 38 in 2023.
De inkomsten van de staat
De inkomsten van de staat bestaat voornamelijk uit loonbelasting, dividend, winstbelasting en BTW. Bij normale overmakingen van USD’s via de CBvS krijgt de overheid SRD’s op haar rekening en blijven de USD’s op de rekening van de CBvS (deviezenreserve). Met die USD’s zou de Bank haar taak moeten uitvoeren wat o.a. inhoud de waarde van de SRD verdedigen. Uit tabel 1 blijkt, dat in de periode 2010 tot 2023 er bijkans vier keer zoveel was geëxporteerd dan voor 2010 en de handelsbalans op 2015 na steeds positief was. Als de bevolking op 600.000 is gebleven en aangenomen mag worden dat zij niet veel meer heeft geconsumeerd, de Surinaamse productiebedrijven en multinationaals uit eigen middelen hun verplichtingen in het buitenland hebben betaald, kan de waarde van de SRD niet van SRD 2,70 naar SRD 36 dalen (1233%) voor een USD in dezelfde periode. Hoe kan de overheid vanaf 2014 dan geldtekorten hebben om haar lokale verplichtingen te voldoen? Dat zou alleen kunnen als de overheid geen SRD’s van de CBvS krijgt in ruil voor haar USD’s inkomsten, geen belastingen bij de lokale bedrijven en de multinationals int en te veel betaalt voor geleverde diensten.
Om dat op te vangen heeft zij, volgens deskundigen, de koers van SRD 7,40 laten stijgen naar SRD 38 voor een USD. Overigens schreef de ASFA onlangs in haar Nieuwjaarsverklaring dat de overheid haar belastingen beter moet innen. In het jaarverslag 2020 van Staatsolie staat dat zij USD 135 miljoen aan dividend (25% aandelen) had ontvangen van Newmont en USD 132 miljoen voor de staat had overgemaakt. Teruggerekend, betekent dat USD 405 miljoen winst voor Newmont en USD 360 miljoen aan winstbelasting voor de overheid. Dat is een brutowinst van ruim USD 900 miljoen. Als aangenomen wordt dat IamGold ongeveer dezelfde omzet heeft gehad, betekend dat totaal 720 USD winstbelasting voor de overheid. Daaruit volgt ook dat de genoteerde 1,2 miljard USD-goudexport door de twee grote goudbedrijven door de CBvS in 2020 niet correct is, als zij samen een brutowinst van 1,8 miljard hebben. Ook voor 2019,2018 en 2017 geldt dat. De betalingsbalans van 2017 tot 2020 zijn dus ook niet correct. Met de USD 132 miljoen overmaking van Staatsolie, zou de staat USD 852 miljoen hebben ontvangen in 2020.
De showcase
Onlangs nog verklaarde de minister van Financiën dat hij niet van plan is de goed gekeurde ondersteuning van USD 7 miljoen op de rekening van SWM te storten, maar de aannemers rechtstreeks gaat uitbetalen die bij inschrijving opdrachten toegewezen krijgen. Daarmee bevestigt hij evenals de vele berichten in de media en de presidentiële commissies dat de verspilling en corruptie onverkort doorgaan. Als alle importen worden betaald met USD’s die worden gekocht bij de cambio’s en de banken, die afkomstig zijn van de kleine goud-, rijst-, vis- en de houtsector, is de vraag waar die USD 852 miljoen winstbelasting van IamGold, Newmont en Staatsolie zijn gebleven. Dat betekent dat van 2020 tot en met 2023 onder toeziend oog van het IMF ruim USD 3,4 miljard aan de economie is onttrokken. Met de USD 1,8 miljard van de periode 2010 tot 2020, is dat totaal USD 5,4 miljard. Uit het voorgaande blijkt dat het financieel beleid van regering Bouterse 1 en 2 van 2010 tot 2020 door regering Santokhi/Brunswijk wordt voorgezet. Is er nog sprake van een succesvol IMF-programma? Moeten andere landen dit als voorbeeld nemen?
Kenneth Sukul