De inflatie in Suriname is in juni 2025 opgelopen tot 8%, na maanden van tijdelijke rust. Volgens de Suriname Economic Oversight Board (SEOB) is de stijging vooral te wijten aan de verzwakkende Surinaamse dollar, die de kosten van importproducten en huren opdrijft.
Wisselkoersdruk en prijsstijgingen
De SEOB wijst erop dat de inflatie, die begin 2024 nog rond de 29% lag, fors daalde tot 5,7% in maart 2025. Deze daling gaf tijdelijk verlichting aan huishoudens en bedrijven. Sinds januari 2025 is echter opnieuw sprake van een stijgende trend. De wisselkoers van de Surinaamse dollar liep op van circa SRD 35 per Amerikaanse dollar in januari naar ongeveer SRD 38 in juni 2025. Deze koersverzwakking maakt ingevoerde goederen, zoals voedsel en brandstof, duurder en zet de koopkracht opnieuw onder druk.
Groeiende geldhoeveelheid vergroot inflatierisico
Naast de wisselkoers speelt ook de geldhoeveelheid een rol. In mei 2025 groeide de SRD-component van M0 met 8,4% en lag daarmee ruim boven de doelstelling. Deze toename is grotendeels veroorzaakt door hogere overheidsuitgaven en een daling in de OMO-voorraad. Ook de bredere geldhoeveelheid (M2) nam toe met 5,5%. Volgens de SEOB kan deze ontwikkeling de inflatoire druk verder versterken en de koers van de SRD instabiel houden.
Reserves en staatsschuld
Ondanks de zorgen rond inflatie en wisselkoers, is er een positieve ontwikkeling bij de internationale reserves. In juni 2025 bedroegen deze USD 1,55 miljard, goed voor een importdekking van 7,5 maanden. Tegelijkertijd blijft de staatsschuld hoog: 109% van het BBP volgens nationale definities en 85% volgens internationale maatstaven. De SEOB verwacht dat de overheid de komende jaren afhankelijk blijft van leningen om tekorten te dekken.
Overheidsfinanciën blijven kwetsbaar
Het begrotingstekort bedroeg in 2024 2,6% van het BBP en liep in april 2025 verder op tot SRD 400 miljoen. Extra verkiezingsuitgaven hebben de druk op de begroting verder vergroot. De SEOB waarschuwt dat zonder structurele hervormingen de overheidstekorten en schuldenlast tot zeker 2028 problematisch blijven.
Banken sterker, maar rente hoog
De bankensector laat wel een positief beeld zien. De solvabiliteitsratio steeg in mei 2025 tot circa 23%, ruim boven de vereiste norm. Het aandeel niet-renderende leningen daalde van 25% begin 2024 naar slechts 4–5%. Toch blijft krediet duur: de gemiddelde leenrente ligt rond de 14,5%, terwijl spaarrentes daalden naar 6,6%.
SEOB pleit voor vervolg IMF-programma
De SEOB benadrukt dat de hervormingen uit het eerste IMF-programma, zoals de invoering van de BTW en modernisering van het begrotingsbeheer, niet genoeg zijn om structurele problemen op te lossen. Daarom pleit de raad voor een vervolgprogramma, gericht op:
- Begrotingsdiscipline en schuldbeheer om tekorten te beperken.
- Sterkere instituties en governance voor transparantie en efficiëntie.
- Effectieve sociale bescherming via het bancaire systeem om kwetsbare groepen te bereiken.
- Modernisering monetair beleid gericht op prijsstabiliteit.
- Versterking financiële sector en kredietverstrekking aan MKB en huishoudens.
Vooruitblik
De SEOB concludeert dat Suriname zich op een kantelpunt bevindt. Er zijn duidelijke tekenen van herstel, zoals sterkere banken en toereikende reserves, maar de inflatie en de hoge staatsschuld vormen serieuze risico’s. Alleen met strikte discipline, verdere hervormingen en economisch diversificatie kan de groei duurzaam worden gemaakt.