Een politie officier, ingedeeld bij een van de inlichtingendiensten, had foto’s en informatie ontvangen over een drugslanding in Marowijne, met de toevoeging dat Joël ‘Bordo’ Martinus betrokken was.
De inlichtingenman vertelde op maandag 6 mei 2024 als getuige in de rechtszaal dat hij er niet in was geslaagd die info hard te maken. Ondertussen had politioneel onderzoek wel geleid tot harde informatie en werd eind 2022 de opsporing gelast van Bordo en zijn medeverdachten.
De voortvluchtige Bordo staat in deze zaak samen terecht met Clifton J. alias Keppi, Albert G. en de gebroeders Prachand P. alias ‘Moena’ en Ramesh P. alias ‘Rampi’. De mannen worden onder meer verdacht van betrokkenheid bij moord, doodslag, deelneming aan een criminele organisatie, bedreiging, illegaal vuurwapenbezit, witwassen, overtreding wet verdovende middelen.
De politieofficier zei op vragen van de advocaten dat hij de informatie had ontvangen van een collega-politie-inspecteur op het politiebureau van Richellieu, waar de zaak eerst was opgepakt. Hij heeft daarna moeite gedaan om de informatie via andere bronnen te verifiëren, maar hij kreeg geen uitsluitsel. De getuige heeft wel een gesprek gehad met iemand die in contact had gestaan met Bordo en diensten voor hem had geleverd.
Die man vertelde over een voorman die woonachtig was in Commewijne en als voorman graafwerkzaamheden leidde in Moengo en omgeving. De informant vertelde later aan de inlichtingenman dat de voorman zich ergens in het binnenland bevond en daarom niet telefonisch bereikbaar was. De getuige vertelde dat hij daarna niks meer had gedaan met de informatie en dat hij die ook niet verder had doorgespeeld naar zijn rapportage punt bij het Directoraat Nationale Veiligheid (DNV), zoals de lijnstructuur van zijn werk hem gebied.
Hij vertelde dat hij de rapportage niet nodig had geacht omdat hij niet had kunnen uitvinden of de informatie en de foto’s echt waren.Hij zei dat de inlichtingendienst ook rekening mee houdt dat informatie door kwaadwilligen kunnen worden doorgespeeld om iemand zwart te maken. Ook foto’s kunnen ten kwade trouw worden gemanipuleerd.
Opmerkelijk in de informatie van de getuige was dat volgens zijn informant een van de broers (Prachand P. alias ‘Moena’ en Ramesh P. alias ‘Rampi’) in de beklaagden bank de voorman was van de graafwerkzaamheden in Marowijne. Zeker twee andere getuigen zouden, aldus hun advocaat, hebben verklaard dat juist de ‘verdwenen’ Ramrag, Ramnauth was. Ramnauth wordt sinds december 2021 vermist.
De politie heeft sterke vermoedens dat hij is vermoord. Er wordt rekening meegehouden dat hij op die manier een hoge prijs heeft betaald omdat hij bewust of onbewust informatie over de drugslanding naar buiten heeft gelekt. Hij raakte vermist, kort nadat hij op het politiebureau een gesprek had met agenten. Volgens eerdere verklaringen was hij de operator van de graafmachine waarmee een drugsvliegtuig is begraven. De politie denkt dat er daarmee circa 400 kg cocaïne Suriname is binnengebracht. Dat vliegtuig is inmiddels op last van het Openbaar Ministerie opgegraven. Van Ramnauth ontbreekt nog altijd elk spoor.
De rechter is na het verhoor van de inlichtingenman toe aan het verdachtenverhoor, maar verdere behandeling van de zaak is uitgesteld tot juni aanstaande. Het voorarrest van Clifton J. en Albert G. wordt gehandhaafd. De gebroeders P. die in een eerder stadium in vrijheid waren gesteld, blijven op vrije voeten.