In het kader van de start van de derde editie van de Jungle Warfare and Instructors Course 2024 (JWIC) in Suriname, is er vandaag een krans gelegd bij het Koreaans Oorlogsmonument aan de Waterkant.
In haar toespraak gaf minister Krishna Mathoera van Defensie aan dat het nalatenschap van militairen onsterfelijk is. “Wij zullen hen daarom blijven gedenken en eren voor hun moed en durf om onverschrokken ver van huis te beschermen en te verdedigen. Waarden die ons nu na 70 jaar nog bijzonder dierbaar zijn”, stelde de bewindsvrouw.
In de Koreaanse Oorlog (1950-1953) zijn in totaal 121 Nederlandse en 2 Surinaamse militairen gesneuveld. Waarden als soevereiniteit, territoriale integriteit, vrede, veiligheid, menselijke waardigheid, zelfbeschikking, vrijheid, solidariteit en humaniteit zijn volgens de minister essentieel en fundamenteel voor het vreedzaam samenleven en de vooruitgang van volkeren in verschillende landen. Ook de onderlinge betrekkingen die gebaseerd zijn op respect en vertrouwen.
Minister Mathoera is blij dat de Surinaamse defensieorganisatie zich in de afgelopen periode extra heeft ingezet op de internationale samenwerking. “En dat we breed ondersteund zijn geworden door onze vrienden. En het zijn deze waarden van solidariteit en humaniteit die bijgedragen hebben aan de vorming van onze militairen en het verruimen van ons militair en logistiek potentieel. En deze capaciteitsversterking stelt ons beter in staat om onze verantwoordelijkheid, om vrede en veiligheid in eigen land op orde te hebben. Waardoor je bijdraagt aan vrede en stabiliteit in de regio en de wereld. En ik ben al onze partners zeer erkentelijk daarvoor”, aldus de minister.
Brigadegeneraal Frank Grandia, commandant van de 11 Luchtmobiele Brigade uit Nederland, gaf aan dat de militairen zich tijdens deze oorlog niet lieten leiden door de angst voor dat onbekende, maar dat ze klaar stonden om op te komen voor vrede en veiligheid. Hij wees erop dat de oud-strijders Wilfred van Gomm en August Hermelijn, die ook aanwezig waren op deze ceremonie, helden zijn.
“Deze helden die veteranen heten, zijn de dragers van verhalen die nooit vergeten mogen worden. Want zij hebben met hun inzet en offers mede onze vrijheid mogelijk gemaakt. Ik ben blij en dankbaar dat dit monument er is, omdat we hier stil kunnen staan bij deze specifieke gebeurtenis. Want dit monument gaat ook over ons, over onze gedeelde geschiedenis. Over Nederland en Suriname. Landen die ver van elkaar liggen, maar ook zo enorm met elkaar vervlochten zijn. Onze militairen, onze krijgsmachten, vochten als één eenheid. Samen hebben zij bewezen dat we, wanneer het echt nodig is, elkaar altijd vinden. Ik hoop ook dat we elkaar ook altijd zullen blijven vinden”, aldus brigadegeneraal Grandia.