Mexico en de Verenigde Staten hebben aangekondigd dat ze nauwer gaan samenwerken om de migratie aan hun gedeelde grens terug te dringen. Deze aankondiging volgt op gesprekken tussen de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Blinken en zijn Mexicaanse tegenhanger Bárcena.
Hoewel de exacte details van de verdere samenwerking nog niet volledig zijn onthuld, maken de partijen melding van “versterking van ontwikkelingssamenwerking voor Venezolaanse, Cubaanse, Nicaraguaanse en Haïtiaanse migranten” en het aanpakken van “diepere oorzaken van migratie, zoals ongelijkheid, armoede en geweld.”
De Mexicaanse president López Obrador noemt de bereikte overeenkomsten “belangrijk”. Hij heeft beloofd de migratiedruk op de VS te helpen verminderen. De Nationale Veiligheidsraad van het Witte Huis benadrukt dat “López Obrador belangrijke nieuwe handhavingsmaatregelen heeft genomen, maar dat er nog veel werk te doen is”. Topfunctionarissen van het Witte Huis zullen in januari opnieuw in Washington samenkomen met de Mexicaanse leiders.
Volgens experts staat de VS voor een aanzienlijke migratiecrisis, met naar schatting 2,5 miljoen illegale grensoverschrijdingen alleen al dit jaar. Vorig jaar waren dat er 2,2 miljoen. In reactie op het hoge aantal migranten heeft de Amerikaanse overheid deze maand tijdelijk twee belangrijke spoorweggrensovergangen gesloten. Eerder verklaarde de Mexicaanse president dat beide landen hebben afgesproken grensovergangen voortaan open te houden.
Deze maand werden dagelijks ongeveer 10.000 migranten gearresteerd bij de zuidwestelijke grens van de VS. Momenteel trekken duizenden migranten door Mexico op weg naar de VS, voornamelijk afkomstig uit Midden- en Zuid-Amerika. Velen hebben de levensgevaarlijke Darién Gap overgestoken, de ondoordringbare jungle aan de grens tussen Colombia en Panama.