“Ik zal het ministerie van buitenaf blijven monitoren”, zei minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur onlangs tijdens zijn laatste persconferentie als bewindsman.
Ori zei dat Onderwijs een heel zwaar ministerie is om te draaien, maar hij is niet ontevreden over wat zijn team heeft gepresteerd in de afgelopen twee jaren. “Ik ga met een opgeheven hoofd weg.” Hij maakte zich zorgen om zijn opvolger, want er werden bepaalde namen genoemd, maar er is nu een naam in de maak waarvan hij rustig kan slapen.
Hij meent dat continuïteit van beleid belangrijk zal zijn. Er zal een nieuwe minister komen en natuurlijk zal het nieuwe beleid er anders uitzien, maar volgens hem is er enorm werk verzet om het beleid van de toekomst uit te stippelen. “De nieuwe minister zou echt van slechte huize moeten komen om een heleboel gekke dingen te doen.”
Hij haalde verder aan dat de nieuwe regering onderwijs echt serieus zal moeten nemen. Het zal niet genoeg zijn om alleen beloftes te doen, maar ook de financiële middelen zullen vrijgemaakt moeten worden. Het hele team en ministerie heeft de afgelopen jaren enorm last gehad van dit en hij hoopt dat dit verandert.
“Maar de ingezette weg op lange termijn ziet er wel goed uit.” Hij benadrukte nogmaals, dat hij het ministerie zal blijven monitoren. “Er is nog werk aan de winkel, maar er is wel een goede basis gelegd”, zei de afzwaaiende minister.