Tijdens de regeringsraadsvergadering van gisteren heeft de regering uitgebreid stilgestaan bij de zorgwekkende stijging van de wisselkoersen.
Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën benadrukte dat deze koersbewegingen het gevolg zijn van zowel vraag- als aanbodfactoren. Volgens de bewindsman is er sprake van een toegenomen vraag naar vreemde valuta, wat logischerwijs de prijs van de Amerikaanse dollar opdrijft. Tegelijkertijd blijft het aanbod achter, onder meer vanwege een scherpe daling in de goudexporten van Suriname.
Goudsmokkel kost Suriname miljoenen
Een van de belangrijkste oorzaken van het verminderde valuta-aanbod is volgens Raghoebarsing het feit dat er vermoedelijk op grote schaal goud uit het land wordt gesmokkeld. “We missen niet alleen de exportopbrengsten, maar ook de bijbehorende royalty’s en deviezen. Dat verlies kan oplopen tot minimaal 25 miljoen Amerikaanse dollar per maand,” aldus de minister.
Die schatting is gebaseerd op een analyse van de gerapporteerde exportcijfers van januari 2023, 2024 en 2025. Daaruit blijkt dat er in januari 2025 een drastische daling is opgetreden in het geëxporteerde volume aan goud, terwijl de waarde van die export op het eerste gezicht nauwelijks veranderd lijkt. Die ogenschijnlijke stabiliteit in de waarde maskeert echter de realiteit: de internationale goudprijs is sterk gestegen, wat betekent dat er in werkelijkheid aanzienlijk minder goud is uitgevoerd. “De productiekosten voor goud — zoals brandstof — zijn wel gewoon gemaakt, maar de opbrengsten blijven achter. Dat is een ernstig signaal,” aldus Raghoebarsing.
Een opvallend incident waarbij een privévliegtuig werd aangehouden door de douane met goud aan boord bevestigde deze vermoedens. Bij navraag bleek dat een instantie in Suriname een exportvergunning had afgegeven en bij verlenging laconiek reageerde dat men ‘was vergeten’ deze op tijd te vernieuwen. “Als iedereen gewoon netjes de regels zou volgen en hun verdiensten in vreemde valuta daadwerkelijk naar Suriname terugbrengen, was er niks aan de hand geweest,” aldus de minister.
Herstel van de retentie en repatriatie
In 2021 functioneerde de zogeheten Retentie Monitoring Unit naar tevredenheid. In een periode van valuta-krapte slaagde deze erin om de beschikbare dollars doelgericht in te zetten voor essentiële importen zoals medicijnen en brandstof. Minister Raghoebarsing pleit nu voor een terugkeer naar die aanpak. Volgens de geldende regels moet 35% van alle buitenlandse valuta die wordt verdiend door exporteurs worden afgestaan aan de Centrale Bank van Suriname (CBvS), terwijl de overige 65% behouden mag blijven. “In februari is echter historisch weinig afgedragen”, aldus de minister, die dit toeschrijft aan gebrekkige monitoring en uitvoeringsproblemen.
Staatsolie-obligaties en verkiezingsdruk
Een ander fenomeen dat de markt beïnvloedt, is de conversie van valuta naar Staatsolie-obligaties. Hoewel deze investering op termijn ten goede komt aan de economie, verlaten de dollars in eerste instantie het land. Dat leidt tijdelijk tot extra druk op de valutamarkt. Daarnaast speelt ook de verkiezingsperiode een rol. Traditioneel is er in deze tijd sprake van verhoogde ongerustheid onder burgers en bedrijven, wat leidt tot meer valutawisselingen. De overheid doet tegelijkertijd grote betalingen aan leveranciers en verhoogt de sociale uitgaven, wat resulteert in een grotere hoeveelheid SRD’s in omloop. Een deel daarvan wordt omgezet naar vreemde valuta, wat de druk verder verhoogt.
Oplossingen in zicht
De regering zet nu in op diverse maatregelen om de koersontwikkeling te stabiliseren:
Strikte controle op repatriatie van valuta: Alle verdiensten uit export moeten naar Surinaamse bankrekeningen worden overgemaakt.
Tegengaan van goudsmokkel: Smokkel wordt aangemerkt als crimineel gedrag en moet met handhaving worden teruggedrongen.
Verduidelijking vergunningenbeleid: Er zijn vermoedens dat sommige goudexporteurs vergunningen bezitten zonder daadwerkelijk te exporteren. Dit moet nader onderzocht worden.
Spreiding van SRD-uitgaven: Door de verhoogde omloop van de SRD uit te smeren over de tijd, probeert de regering de koersdruk te verminderen.
Prijscontrole en voedselprogramma’s: De handhaving van prijscontroles wordt geïntensiveerd en er worden voedselpakketten aangeboden aan de meest kwetsbaren.
Verantwoord campagnevoeren en loonbeleid
Met het oog op de naderende verkiezingen hebben politieke partijen afgesproken de rust te bewaren in hun campagnevoering, vooral ten aanzien van het koers- en prijsbeleid. “Niemand wil een land in paniek overnemen”, aldus Raghoebarsing.
Tot slot ging de minister in op de recente loononderhandelingen met de vakbeweging. Voor de komende twee maanden is een tijdelijke looncorrectie van gemiddeld 10% afgesproken, wat neerkomt op SRD 1.250 bij een gemiddeld loon van SRD 12.500. Deze correctie compenseert volgens Raghoebarsing de inflatie van het afgelopen jaar. Tegelijkertijd waarschuwde hij ervoor om geen buitensporige eisen te stellen, aangezien een te grote geldinjectie het gevaar met zich meebrengt van verdere koers- en prijsstijgingen.
“De vakbeweging blijft een essentiële partner in de opbouw van het land”, stelde de minister tot slot. “Samen moeten we zorgen voor een evenwichtige benadering die leidt tot economische stabiliteit”.