Minister van Justitie en Politie, Harish Monorath, spreekt van een diep ingrijpend en onwerkelijk drama naar aanleiding van het gewelddadige incident in Commewijne, waarbij de 43-jarige Dennis A. negen mensen doodstak, onder wie ook zijn eigen kinderen. “Je leest over deze dingen in de wereld en je ziet het in films, maar je hoopt dat zoiets zich niet in Suriname voordoet. En nu heeft zoiets zich voorgedaan,” aldus de bewindsman in een interview met D-TV Express.
Volgens de minister gaat het om “liefdevolle mensen”: kinderen en buurtbewoners die zich over het gezin hadden ontfermd. “Er was geen trobi trobi. Nanga lobi mi kon yepi en mi kon lasi mi libi. En dat maakt het extra pijnlijk,” benadrukt Monorath.
Situatie verdachte en gewonden stabieler
De verdachte is door de politie in zijn been geschoten, vervolgens aangehouden en afgevoerd voor medische behandeling. Zijn toestand is stabiel. Twee van de drie zwaargewonde slachtoffers verkeren volgens Monorath eveneens in stabiele toestand, terwijl de situatie van het derde slachtoffer nog niet volledig stabiel is.
“De dader is onder politiebegeleiding en bewaking in het ziekenhuis,” zegt de minister. Hij schetst verder dat de 43-jarige man niet alleen directe buren heeft gedood of verwond, maar ook naar andere woningen is gegaan en bewoners naar buiten heeft geroepen, die vervolgens zijn aangevallen.
Regering stelt comité in voor welzijn burgers
Monorath geeft aan dat de impact van het drama enorm is, zowel voor de getroffen gemeenschap als voor het land. Op instructie van president Jennifer Geerlings-Simons is een comité ingesteld dat moet nagaan hoe het gesteld is met het welzijn van burgers en waar het systeem tekortschiet.
De minister maakt deel uit van een regeringsdelegatie die de getroffen locatie zal bezoeken. Voor zover nu bekend is, is er contact gelegd met de moeder van de overleden kinderen en met de nabestaanden van de overleden ouders van de politieman.
‘Hoe stel je je op als goede buur?’
Het feit dat enkele buren juist hulp kwamen bieden en daarbij om het leven zijn gebracht, roept volgens Monorath wezenlijke vragen op. “Hoe moet je als goede buur en als familie opstellen, want je verwachtte niet dat dit zich op deze manier zou gaan ontpoppen. Er zijn heel wat vragen die beantwoord moeten worden,” zegt hij.
Medewerkers van de afdeling Slachtofferzorg worden naar de gemeenschap gestuurd om te bekijken op welke manier duurzame psychosociale ondersteuning geboden kan worden, zowel aan nabestaanden als aan omwonenden.
Stijging huiselijk geweld, ondanks dalende criminaliteit
De minister wijst er verder op dat de Nationale Raad voor Huiselijk Geweld, die onder de president valt, na jaren weer in november is gereactiveerd. Uit recente informatie van de officier die de commissie voorzit, blijkt dat criminaliteit in het algemeen een dalende trend vertoont, maar dat het aantal gevallen van huiselijk geweld juist stijgt.
“Daar waren we al mee bezig,” zegt Monorath. “We zien dat op het niveau van huiselijk geweld er een duidelijke toename is. Dat vraagt om gerichte aandacht en betere bescherming.”
Psychische zorg en detentie: twee groepen gedetineerden
Vorige week voerde het ministerie van Justitie en Politie gesprekken met het Psychiatrisch Centrum Suriname (PCS), vooral over de opvang en begeleiding van gedetineerden met psychische problemen. Monorath schetst dat in het gevangeniswezen grofweg twee groepen mensen te onderscheiden zijn: personen die met psychische problemen strafbare handelingen plegen en in detentie terechtkomen, en personen die pas tijdens hun detentie psychische problemen ontwikkelen.
“Nu gingen we richting een traject om die mensen af te zonderen, zodat we adequate begeleiding zouden geven,” legt de minister uit. Het drama in Commewijne onderstreept volgens hem hoe urgent het is om de keten van geestelijke gezondheidszorg, justitie en maatschappelijke opvang beter op elkaar aan te laten sluiten.













