Bij Israëlische luchtaanvallen op het Libanese dorp Sohmor in de westelijke Bekavallei zijn woensdag minstens negentien mensen omgekomen, terwijl vijftien anderen gewond raakten.
Dit heeft het Libanese ministerie van Volksgezondheid bevestigd. De bombardementen zijn een voortzetting van de intensieve aanvallen die het Israëlische leger sinds 23 september uitvoert op Libanees grondgebied, met name gericht op bolwerken van de islamitische beweging Hezbollah.
Het Libanese ministerie van Volksgezondheid meldde dat bij opeenvolgende aanvallen op Sohmor elf inwoners het leven lieten en vijftien anderen gewond raakten. Naast deze incidenten liet een anonieme Libanese veiligheidsbron weten dat een buschauffeur omkwam toen zijn voertuig werd aangevallen. Het busje, dat munitie vervoerde en eigendom zou zijn van Hezbollah, werd op de weg tussen Beiroet en Damascus in Kahale door Israëlische luchtaanvallen getroffen.
Hezbollah slaat terug
Als reactie verklaarde Hezbollah woensdag dat het raketten heeft afgevuurd op een Israëlisch trainingskamp voor speciale eenheden, gelegen ten zuidoosten van Tel Aviv. Dit zou volgens de organisatie een vergeldingsactie zijn voor de voortdurende Israëlische aanvallen op Libanees grondgebied. Hezbollah benadrukte hiermee vastberaden te zijn om tegenaanvallen uit te voeren, ondanks de intensieve druk van de Israëlische aanvallen
Sinds de intensivering van de aanvallen door Israël eind september zijn volgens gegevens van het Libanese ministerie van Volksgezondheid en een telling van persbureau AFP al minstens 1.750 mensen in Libanon omgekomen. De bombardementen richten zich voornamelijk op gebieden waar Hezbollah sterk vertegenwoordigd is, wat volgens Israëlische bronnen noodzakelijk is voor de eigen veiligheid. Libanon en internationale waarnemers uiten echter ernstige zorgen over de impact van deze aanvallen op de Libanese bevolking.
De internationale gemeenschap heeft zorgen geuit over de escalerende situatie tussen Israël en Hezbollah en de impact op de burgerbevolking. Hulporganisaties vrezen voor een humanitaire crisis in de zwaar getroffen gebieden, waar de schade aan de infrastructuur en het aantal slachtoffers toenemen. De aanhoudende spanning en de herhaaldelijke aanvallen dreigen de regio verder te destabiliseren, terwijl oproepen tot een staakt-het-vuren blijven klinken vanuit internationale diplomatieke kringen.