De openbare aanklager heeft een celstraf van 3 jaar geëist tegen Roué (47) en Miquel B. (43) voor hun poging tot moord op een jeugdige mede-buurtbewoner te Geyersvlijt. Ze zouden vorig jaar gewapend met een houwer de man hebben opgezocht, zijn handpalm bijna eraf gekapt en hem daarna in elkaar geslagen.
Meerdere getuigen hebben bij de politie verklaard dat ze voor een buurtwinkel stonden toen ineens een voertuig stopte. Roue stapte uit en zei tegen het slachtoffer dat hij voor hem was gekomen. Denkende dat de verdachte een politieagent was, bleef hij staan. Volgens getuigenverklaring was Miguel enkele ogenblikken daarna met een houwer zijn uitgestapt.
Hij stormde op het slachtoffer af en haalde met het wapen uit naar zijn hoofd. Het slachtoffer probeerde de slag met zijn linkerarm af te weren, maar liep daarbij een lelijke verwonding op. De houwer hakte door zijn pols tot halverwege zijn handpalm. Terwijl hij van pijn kermde, grepen de mannen hem vast waarna ze hem vuistslagen toedienden in zijn gelaat, hoofd en lichaam. Ze vertrokken voordat de politie ter plekke was.
Tijdens het verdachtenverhoor zei Roue dinsdag dat het niet de bedoeling was de man geweld aan te doen. Hij vertelde dat zijn kinderen regelmatig op straat werden lastig gevallen en dat zijn dochter hem steeds belde dat ze bang was naar school te gaan. Op de bewuste dag had hij zich voorgenomen als vader een hartig woord te hebben met de plaaggeest. Zijn kind had hem een beschrijving gegeven van degene en waar hij zich ophield.
Toen hij op vertrek stond, zou zijn jongere broer Miguel hebben besloten mee te gaan. Volgens Roue wist hij niet dat zijn broer iets zou doen. Hij zei dat hij ook verrast was dat Miquel de jongen ineens had gekapt. De verdachte zei op vragen waarom ze met een houwer daar waren dat hij die houwer altijd in zijn auto heeft, omdat hij heel vaak zijn perceel buiten de stad gaat schoonmaken.
Dat was volgens hem reden om daarna de plek meteen te verlaten. Op een vraag van de officier van justitie waarom hij zich na het incident niet bij de politie heeft gemeld, zei de verdachte ‘Omdat ik niet van mening ben dat ik iets verkeerds heb gedaan’. Uit beelden van een veiligheidscamera blijkt dat de broers de plek niet meteen hebben verlaten.
Hoewel getuigen beweren dat Miguel met de houwer in de hand was uitgestapt, vertelde hij op de zitting dat hij in eerste instantie ongewapend was uitgestapt. Het zou een ‘vreemde beweging’ van het slachtoffer zijn geweest die voor hem aanleiding was om de houwer uit de auto te halen en op hem in te hakken. Hij legde uit dat hij de lichaamstaal en de manier waarop de jongen sprak had begrepen alsof die iets uit zijn tas wilde pakken.
De openbare aanklager kon echter niet begrijpen dat de verdachte zich niet heeft bedacht in de tijd die hij nodig had om naar de auto te stappen en terug. Bovendien heeft hij geen wapen gezien bij het slachtoffer toen hij met de houwer terugkeerde. Achteraf is ook niet gebleken dat het slachtoffer gewapend was. Miguel beaamde de jongen wel te hebben verwond, maar dat zijn broer Roue niets heeft gedaan.
Het Openbaar Ministerie (OM) ziet dat anders. Beide mannen zijn aangeklaagd voor medeplegen van moord en doodslag, alsook voor zware mishandeling met lichamelijk letsels Volgens de medische verklaringen is het slachtoffer opgescheept met een blijvende beperking aan zijn linkerhand en zal het litteken ook duidelijk te zien blijven.
Het slachtoffer zei op een eerdere zitting dat de mannen hem uit het niets hadden aangevallen. Hij zei wel dat verschillende groepen jongeren in de buurt al enige tijd ruzie hadden, maar dat hij niet tot die groepen behoorde. Achteraf blijkt dat dat de mannen hem hadden gezien als een van de tegenhangers van hun kinderen.
De verdere behandeling van de zaak zal eind mei aanstaande plaatsvinden.