Vele scholen gaan officieel vandaag van start met de school. Minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, Henri Ori, staat even stil bij de start van het nieuw schooljaar. “Het is onze taak om talenten van onze kinderen te ontwikkelen”, begint Ori zijn toespraak.
Ori richt zich vooral naar de kinderen in zijn toespraak. Hij zegt dat hij best begrijpt dat het niet altijd makkelijk is voor de kinderen en hun ouders om zich aan te passen aan de onderwijsveranderingen. “Maar hoe moeilijk de situatie ook is, ik wil samen met jullie ouders en alle anderen naar oplossingen zoeken om jullie onderwijs nog beter te maken”, beloofd de MinOWC minister in zijn toespraak. Hij legt verder uit dat hij het besef heeft dat alle besluiten die hij moet nemen als minister van Onderwijs een impact zal hebben op de kinderen hun toekomst. Hij benadrukt dat zijn besluiten vooral gebaseerd zijn op het horen en luisteren wat ouders, leerkrachten en kinderen vertellen aan hem.
De minister geeft mee dat het ministerie van Onderwijs hard werkt aan een betere leeromgeving voor de kinderen. Ori beseft zijn verantwoordelijkheid naar de kinderen en hun ontwikkeling. Hij is in de afgelopen periode veel benaderd voor het financieren van studies gelet op de financieel-economische ontwikkeling van het land. “Het is te begrijpen en jullie willen je ontwikkelen en vragen daarvoor de nodige hulp.” Ori zegt dat de regering alvast een mogelijkheid heeft gecreëerd om de verhoging van de inschrijfgelden enigszins te verlagen. “Dit gebeurt via een tegemoetkoming die momenteel wordt uitgewerkt en dit jaar nog zal het worden bekendgemaakt.” Er zijn echter nog veel uitdagingen onderkent de minister van Onderwijs.
Een daarvan is het versterken van het hoger onderwijs. De minister geeft aan dat sinds zijn aantreden gelijk is gewerkt aan het directoraat Hoger en Wetenschappelijk onderwijs. Hiermee is ingeluid dat de rol van de overheid via dit directoraat zal zorg dragen voor wetgeving voor hoger onderwijs, het faciliteren van het wetenschappelijk onderzoek, regulier stakeholder sessies met het hoger onderwijs, instellingen en andere nationale partners. Het nationaal debat over hoger onderwijs zal binnen de komende periode ook de rode draad zijn om aan de doelen van hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderzoek te werken. “We leven in een competitieve wereld, waar Suriname ook deel van uit maakt. Dit vraagt om hoger onderwijs om deel te kunnen nemen aan deze wereld.” Ori weet dat het voor ons land een grote uitdaging is, maar wenst toch te werken en een bijdrage te leveren aan de komst voor hoger- en wetenschappelijk onderwijs.
Ook de ouders zijn toegesproken door de minister en erkent de zorgen van de ouders die zij hebben voor het nieuw schooljaar en het onderwijs in het algemeen. “De gevoelens die bij u zijn over het doorstromen begrijp ik helemaal. Ik heb via diverse mediakanalen breedvoerig hierover gesproken”, houdt Ori de ouders voor. Hij zegt verder dat na goede reflectie vanuit zijn ministerie er belangrijke besluiten zijn gemaakt aangaande het vernieuwd onderwijs. Ori geeft aan dat gezien de huidige situatie en binnengekregen informatie, het wijs is om voor de komende twee jaar de normen weer op te pakken. “Dat betekent dus gebruik te maken van de bekende overgangsrapporten met cijfers en daarnaast op de voortgangsrapportage van elk kind. Er is ruimte indien de bevindingen van de scholen, directie en de leraar zijn dat het kind de klas opnieuw doet.” Hij houdt voor dat het kind dan niet hetzelfde programma zal moeten volgen maar een aangepaste aanpak. “We kunnen met de schoolteams kijken als dit gaat lukken wat daarvoor nodig zal zijn.”
Ori zegt verder niet overtuigd te zijn dat zitten blijven alleen niet genoeg is om het kind om ontwikkeling te houden en geeft aan dat deze kinderen, die de klas opnieuw doen, een andere aanpak of iets extra nodig hebben om de klas te kunnen doorlopen. “Pas dan heeft zitten blijven zijn nut.” De minister van Onderwijs houdt verder voor dat wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat doorstromen beter werkt dan een klas over doen. Slechte leerprestaties hebben meestal te maken met de sociaaleconomische thuissituatie. “Die thuissituatie los je niet op met blijven zitten.” Slechte leerprestaties hebben soms ook te maken met te veel van hetzelfde aanbieden of verlies van motivatie van de leerling. Voor deze kinderen is extra aandacht door de school een beter oplossing. “Zitten blijven vraagt dus extra inzet van de school”, geeft Ori mee.