De overheidsfinanciën van Suriname stonden in 2024 wederom onder druk. Ondanks bezuinigingen op verschillende fronten, bleken de dalende inkomsten niet voldoende gecompenseerd, wat leidde tot een groter begrotingstekort.
De Sociale Economische Onderraad voor Beleidsadvies (SEOB) presenteerde een gedetailleerde analyse van de overheidsfinanciën over de periode januari tot en met december 2024. Zowel de ontvangsten als de uitgaven daalden ten opzichte van 2023, maar de daling aan de inkomstenzijde was sterker, wat resulteerde in een licht oplopend begrotingstekort.
Inkomen daalt, vooral door mijnbouw
De totale ontvangsten daalden van 27,6% naar 22,9% van het BBP. Deze daling was grotendeels te wijten aan lagere opbrengsten uit de mijnbouwsector. Belastinginkomsten uit de mijnbouw daalden van 12,8% naar 9,9% van het BBP. Ook de niet-belastinginkomsten uit deze sector liepen fors terug.
De directe belastingen, zoals de inkomsten- en loonbelasting, lieten een duidelijke daling zien. In de niet-mijnbouwsector halveerde de inkomstenbelasting zelfs van 2,0% naar 1,0% van het BBP. Tegelijkertijd stegen de indirecte belastingen, waaronder de btw, licht.
Hoewel de Belastingdienst inspanningen leverde om de inning te verbeteren—met extra personeel, optimalisatie van de btw-processen en invoering van boetes bij te late betaling—bleef de belastingmoraal een hardnekkige uitdaging.
Overheidsuitgaven: minder salarissen, subsidies en rente
Aan de uitgavenzijde boekte de overheid enige vooruitgang. De totale uitgaven daalden van 29,5% naar 25,1% van het BBP. Vooral de personele uitgaven (-0,8 procentpunt), subsidies en bijdragen (-1,6) en rentelasten (-0,6) namen af. Deze besparingen zijn mede bereikt door hervormingen en schuldherstructurering.
Echter, de kapitaaluitgaven daalden eveneens van 3,2% naar 2,6% van het BBP. Volgens de SEOB is dit geen positieve ontwikkeling, aangezien lagere investeringen in infrastructuur, onderwijs en gezondheidszorg de langetermijngroei kunnen belemmeren.
Begrotingstekort stijgt ondanks bezuinigingen
Ondanks de besparingen steeg het begrotingstekort licht van -1,9% naar -2,1% van het BBP. De SEOB wijst erop dat de verslechtering van de inkomsten sneller verliep dan de besparingen op uitgaven. Dit maakt de begroting kwetsbaar, vooral in de aanloop naar de verkiezingen van 2025.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) speelde in 2024 een cruciale rol in het waarborgen van macro-economische stabiliteit. Extra steun van het IMF werd ingezet om het financieringstekort te overbruggen. Toch blijft verdere hervorming en strak begrotingsbeheer noodzakelijk.
Vooruitzichten en aanbevelingen
De SEOB benadrukt dat onder de huidige omstandigheden geen enkele regering in staat zal zijn om een sluitende begroting te realiseren tot ten minste 2028. Suriname genereert structureel te weinig inkomsten om de uitgaven zelfstandig te dekken in de periode tussen het einde van het huidige IMF-programma (maart 2025) en 2028.
Daarom wordt sterk afgeraden om toekomstige olie-royalty’s op voorhand te verkopen. In plaats daarvan pleit de SEOB voor een tweede IMF-programma gericht op institutionele versterking. Dit zou gepaard moeten gaan met budgetsteun van multilaterale instellingen zoals de IDB of Wereldbank.
Tegelijkertijd zal de Belastingdienst verder versterkt moeten worden om de inkomsten van de staat duurzaam te verhogen. Dit is essentieel om niet alleen de begrotingsdiscipline te handhaven, maar ook om ruimte te creëren voor investeringen in sociale bescherming en economische groei.
Conclusie
De overheidsfinanciën van Suriname blijven kwetsbaar. De combinatie van dalende inkomsten, politieke druk voor meer uitgaven en de noodzaak van structurele hervormingen maakt dat de regering in 2025 voor moeilijke keuzes staat. Alleen met een evenwichtige aanpak—waarin begrotingsdiscipline, hervormingen en institutionele versterking hand in hand gaan—kan Suriname werken aan duurzame financiële stabiliteit.