PROMAR is een regionaal initiatief dat zich richt op het verminderen van zwerfafval in de Caribische zee door het gebruik van plastic te beperken, afvalbeheer op land te verbeteren en circulaire economische strategieën, zoals Extended Producer Responsibility (EPR), te bevorderen. Het uiteindelijke doel is een vermindering van de hoeveelheid plastic afval, met name verpakkingsmateriaal, dat vanuit land in de Caribische Zee terechtkomt.
Nadat Green Heritage Fund Suriname (GHFS) en andere Surinaamse organisaties in september participeerden in ‘World Cleanup Day,’ vonden ze het tijd worden voor een meer gestructureerde actie. Zwerfafval in de zee is momenteel een van de grootste vervuilingsproblemen ter wereld. Dit probleem vormt een ernstige bedreiging voor zowel het mariene als het kustmilieu, met schadelijke ecologische en sociaal economische gevolgen.
Ongeveer 80% van het afval in de zee is afkomstig van het land, waar het via goten, kanalen, kreken en rivieren in de oceaan terechtkomt. Dieren die in deze wateren leven en mensen die ervan afhankelijk zijn, worden ernstig getroffen door deze vervuiling. GHFS lanceerde daarom in samenwerking met het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) op dinsdag 5 november het project: ‘Prevention of Marine Litter’ (PROMAR) in de Caribische Zee. Dit programma moet bijdragen aan een oplossing voor dit steeds groter wordende probleem.
In zijn openingstoespraak benadrukte ROM-directeur Ritesh Sardjoe de aanzienlijke uitdaging waar wij voor staan. “Jaarlijks, blijft in Suriname naar schatting 30.000 ton huishoudelijk afval onopgehaald, waarvan 11% uit plastic bestaat. Dit afval vormt niet alleen een visueel probleem, maar heeft ook verwoestende gevolgen voor onze natuurlijke omgeving.”
Hij weidde uit over het PROMAR-project, dat uiteindelijk de hoeveelheid plastic afval, dat vanuit land in de Caribische Zee terechtkomt, zal moeten verminderen. In de komende twee jaar zal GHFS met diverse partners data verzamelen over de afvalproblematiek in Suriname. Hierbij worden interventies voorgesteld en getest, beleidsmakers geadviseerd over afvalmanagementbeleid, en bewustwording- en educatieve campagnes gelanceerd. Sardjoe deed tot slot de oproep om de gezamenlijke kennis, middelen en inzet te bundelen in de strijd tegen de vervuiling van mariene ecosystemen.
Bij de introductie van het PROMAR-programma hoorde ook de ‘Design Thinking Workshop.’ Een gemengd gezelschap van ongeveer 40 personen van overheidsinstanties, ontwikkelingsorganisaties, afvalbeheerbedrijven, het bedrijfsleven, milieuadviesbureaus, de academische wereld en NGO’s, nam hier aan deel. De projectcoördinatoren presenteerden een overzicht van het project. Daarna mochten de participanten in interactieve sessies aan de slag om innovatieve oplossingen te bedenken voor zwerfafval op zee.
Tijdens deze brainstormsessies en praktijkgerichte activiteiten bedachten zij vijf innovatieve prototypes. De prototypes richten zich op het aanpakken van plastic zwerfvuil en het verbeteren van afvalinzameling in Suriname. Aan het eind van de dag is een pilotversie van een Kennis-, Attitudes- en Praktijken (KAP)-enquête getest, waarmee de basis is gelegd voor het verzamelen van gegevens over kennis, attitudes en praktijken met betrekking tot mariene en zwerfafval in Suriname. In de komende maanden zal deze enquête in de samenleving worden verspreid via diverse mediakanalen.