Met een nieuwe benadering op basis van mensenrechten en menselijke ontwikkeling heeft Clementia Eugene op 30 april 2025 haar doctoraat behaald aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS).
Tijdens een plechtige zitting in de Centrumkerk, de officiële aula van de universiteit, verdedigde Eugene met succes haar proefschrift getiteld “Reimagining Child Maltreatment: A Human Development Capability Approach”. Het onderzoek biedt een diepgaande analyse van kindermishandeling in Aruba, waarbij de nadruk ligt op de gevolgen voor de menselijke ontwikkeling van kinderen, bekeken door de lens van de Human Development Capability Approach van Amartya Sen en Martha Nussbaum.
Uit het onderzoek blijkt dat maar liefst 78,4% van de ondervraagde kinderen vormen van mishandeling heeft ervaren. Fysiek misbruik kwam het vaakst voor, terwijl intrafamiliaal seksueel misbruik het minst werd gerapporteerd. Van de onderzochte jongeren valt 68,1% in de categorie “lage poly-slachtoffers” – kinderen die twee tot drie soorten mishandeling meemaken. Kinderen uit een-ouder-gezinnen behoren vaker tot de groep “hoge poly-slachtoffers” dan kinderen die bij beide ouders wonen.
De studie toont aan dat deze vormen van mishandeling leiden tot significante tekorten in negen van de tien ontwikkelingsvermogens zoals geformuleerd door Nussbaum, waaronder gezondheid, onderwijs, sociale relaties en lichamelijke integriteit. In het bijzonder wordt fysieke mishandeling vaak genormaliseerd binnen de Caribische opvoedcultuur, waardoor de herkenning en bestrijding bemoeilijkt wordt.
De gegevens zijn verzameld via twee kwantitatieve surveys: een nationale schoolenquête onder 895 kinderen van 12 tot 17 jaar en een professionalsurvey met 98 deelnemers uit sectoren zoals onderwijs, gezondheidszorg en justitie. De effectiviteit van de geïntroduceerde Child Safety Code werd onderzocht. Hoewel de code door professionals als nuttig werd ervaren, vormden identificatie van misbruik, het zoeken van advies en communicatie met betrokkenen grote uitdagingen.
Het onderzoek pleit voor een paradigmaverschuiving in de manier waarop kindermishandeling wordt begrepen en aangepakt. Eugene stelt vier theoretische kaders voor, waaronder een vermogensgericht raamwerk voor kindermishandeling, een Caribische Child Maltreatment Capability Index, opname van kindermishandeling in de Human Development Index (HDI) en een Family Transitional Theory of Justice. Deze kaders moeten bijdragen aan het doorbreken van intergenerationele patronen van mishandeling en het centraal stellen van kinderen in duurzame ontwikkelingsagenda’s.
Met deze promotie draagt Clementia Eugene bij aan de wetenschappelijke onderbouwing van kinderrechtenbeleid in het Caribisch gebied en biedt zij praktische handvatten voor preventie en interventie, gericht op het bevorderen van de veiligheid, waardigheid en bloei van kinderen.