“De regering moet een dwangsom van SRD 6.6 miljoen betalen door toedoen van de vorige regering. Dit geld kon op een ander manier gebruikt worden”, zegt DNA-lid Radjendrekoemar Debie.
Debie vroeg onlangs naar duidelijkheid in het parlement aan minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning, over de uitbetaalde dwangsom aan de advocaat van 66 eisers in de kwestie Oryza te Saramacca. Hij haalt aan dat in 2010 het ministerie van ROGB een stuk terrein in de Uitkijkpolder verdeeld heeft onder 151 belanghebbenden voor landbouw. “De mensen hebben hun bereidverklaringen gehad, dus zij zijn hun verplichtingen nagekomen. Maar het ministerie heeft nadien verzuimd om deze mensen de beschikkingen uit te geven.”
In 2014 hebben 66 personen van deze groep een rechtszaak aangespannen tegen de staat wegens nalatigheid. Elk van de benadeelden eiste een dwangsom van SRD 100.000 van de staat, omdat de staat verzuimd had om haar verplichtingen na te komen. Debie meent dat de mensen de rechtszaak gewonnen hebben, dus de staat heeft in augustus een deel van SRD 6.6 miljoen moeten betalen. Volgens informatie blijkt thans dat de staat een dwangsom heeft gestort voor de advocaat van de belanghebbenden. “Voor alle duidelijkheid wil ik weten hoe groot het bedrag is dat door de staat is gestort op de rekening van de advocaat, dit naar aanleiding van het vonnis.”
Debie heeft in het parlement nogmaals de aandacht van de regering gevraagd, vooral de minister van Grondbeleid en Bosbeheer. Het gaat daarbij om de publicatie van grondaanvragen en van toewijzingsbeschikking. Het DNA-lid heeft dit al een aantal keren aangehaald in De Nationale Assemblee, maar tot nu toe ziet hij geen verandering. Hij geeft aan dat de Anti-Corruptiewet het verplicht stelt om alle grondaanvragen voor de uitgifte en bij de gronduitgiften te publiceren op straffe van gevangenisstraffen. Dit is de controle die samenleving moet uitoefenen op de gronduitgifte. De regering weigert hieraan gevolg te geven.