De regering heeft een dossier bestaande uit 20 namen van bedrijven opgestuurd naar het Openbare Ministerie (OM) voor onderzoek. “Deze bedrijven houden zich niet aan de retentieregeling”, zei minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning vrijdag in het parlement.
President Chandrikapersad Santokhi gaf al eerder aan dat het belangrijk is dat alle door Suriname verdiende deviezen, ook daadwerkelijk naar Suriname komen en dat die beschikbaar zijn voor de behoeften van de gemeenschap. Daarbij wordt niet verlangd dat 100% van de deviezen afgedragen wordt. De gedachte daarachter is dat de vreemde valuta, niet toebehoort aan de exporteur, maar aan de Surinaamse economie, ten behoeve van noodzakelijke importen: de exporteur heeft recht op de tegenwaarde in SRD’s. “Wij vragen dat exporteurs, minimaal 35% van gerepatrieerde deviezen verkopen. Vooralsnog mogen zij 65% in vreemde valuta behouden op lokale bankrekeningen.”
Hij meende dat bij de toepassing van de retentieregeling, blijkt dat exporteurs vaker onderfactureren en onvoldoende of geen afdracht plegen. De handhaving is aangescherpt en er komen sancties op niet-naleving van de regels. “Het niet naleven van de retentie verplichting levert een economisch delict op, ingevolge de Wet Economische Delicten, waarbij sancties zullen worden opgelegd.” Er is afstemming gepleegd, met het Openbaar Ministerie tot optreden, tegen exporteurs die zich niet houden aan de retentie verplichting. Zo nodig worden ze strafrechtelijk vervolgd.
Volgens Raghoebarsing heeft deze regeling van september 2022 tot maart 2023 de Staat tussen USD 60 miljoen en USD 80 miljoen opgeleverd. “Het is een goed begin, maar dit is niet genoeg. Onze target is om tussen USD 26 miljoen en USD 28 miljoen binnen te halen op maandbasis.”