Kantonrechter Nanhoe heeft vandaag in het tweede en derde kanton drie getuigen gehoord in de zaak van de onderdirecteur van de Stichting voor Bosbeheer en Bostoezicht (SBB). De onderdirecteur was eerder dit jaar in verzekering gesteld op verdenking van valsheid in geschrifte, oplichting en overtreding van de wet Tegengaan Smokkelen van houtblokken uit Suriname.
Volgens de verklaring van de eerste getuige, een dame, die vertegenwoordiger was van een houtbedrijf, had zij onduidelijkheden, houtblokken zonder een SBB-label, geconstateerd en dit doorgespeeld aan haar directeur die uitlandig was.
Naar zeggen van de getuige moest ze van haar werkgever telefonisch contact met de verdachte Wijnerman R opnemen. Nadat zij de onderdirecteur had gebeld heeft hii haar gevraagd de telefoon aan de boswachter te geven, zodat hij met hem kon praten.
Naar zeggen van de boswachter, die ook getuige was, kreeg hij als opdracht van de verdachte een controle na bewerking-rapport op te maken en nieuwe labels voor de houtblokken te plaatsen en de container vervolgens te verzegelen.
De boswachter gaf aan het oneens te zijn met de opdracht van de onderdirecteur en nam contact op met zijn afdelingshoofd, die het ook oneens was met het besluit van de verdachte. “ Ze zei tegen mij dat het niet zo hoort, maar hij is mijn meerdere in deze, dus ik kan niets eraan doen”, aldus de getuige.
Geen kennis te hebben
Volgens de derde getuige, die eveneens boswachter is, maar geringe kennis heeft van houtsoorten, was hij die bewuste dag roostervrij, maar hem werd toch gevraagd op het inladingsfront te werken. Hij zei helemaal geen kennis te hebben van het werk waarvoor hij ingedeeld werd, maar deed het om geen opdracht van zijn meerdere te weigeren. Volgens zijn verklaring was de verdachte tijdens het inladen van de container ter plekke en ze hebben gezamenlijk de cross-check gedaan om te kijken of alle houtblokken voldeden aan de standaarden van de SBB.
Niet inhoudelijk ingaan
Opvallend is dat geen van de twee boswachters inhoudelijk kon ingaan op de vragen van de raadslieden Hedley Derby en Veira. Ze gaven aan dat zij om en bij twee jaar verbonden zijn aan de stichting, maar geen kennis hebben van houtsoorten.
De verdachte bracht naar aanleiding hiervan de rechter op de hoogte dat je pas bosbewaker kan worden als je minstens dertig commerciële houtsoorten kent.
Voorlopige vrijheid
Advocaat Derby verzocht de rechter om zijn cliënt voorlopig in vrijheid te stellen, gezien de situatie waarin de man verkeert. Volgens Derby is de man fysiek achteruitgegaan. Echter, de vervolgingsambtenaar vroeg de rechter niet mee te gaan met het verzoek van de verdediging, gezien de ernst van de feiten die de verdachte ten laste worden gelegd. De rechter wees het verzoek van de advocaat af in het belang van verder onderzoek en getuigenverhoor. De zaak is verdaagd naar 4 januari. Dan zullen nog vier getuigen gehoord worden.