Volgens Jennifer Simons, voorzitter van de Nationale Democratische Partij (NDP), was de zetelterugval bij de verkiezingen van 2020 geen dieptepunt in de geschiedenis van de partij, maar wel een belangrijke les.
In het programma De Tafel benadrukte ze op 25 februari dat de terugval deels verwacht was, gezien de economische crisis die Suriname in 2015-2016 trof door een plotselinge daling van staatsinkomsten. Dit probleem werd versterkt door de afhankelijkheid van natuurlijke hulpbronnen.
Simons gaf aan dat economische crises vaak leiden tot zetelverlies, omdat de oppositie de moeilijke situatie van de bevolking benut. Hoewel de terugval groter was dan verwacht, wijt ze dit aan specifieke omstandigheden in 2020. Tot 2019 was er volgens haar al economisch herstel zichtbaar, met een lage inflatie en werkloosheid. Niet alleen de mijnbouwsector, maar ook andere sectoren vertoonden groei, aldus het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
“Eigenlijk waren we op het punt gekomen dat we ons als land weer zouden gaan kunnen ontwikkelen”, stelt Simons. De covidpandemie en enkele politieke ontwikkelingen in 2020 speelden echter een rol in het verlies van zetels. Ze erkent dat iedere regering op dergelijke uitdagingen reageert, maar dat niet elke aanpak effectief hoeft te zijn.
Ondanks de uitdagingen blijft de NDP volgens Simons vasthouden aan haar oorspronkelijke idealen, zoals dekolonisatie en gezamenlijke ontwikkeling van Suriname. Ze benadrukt dat de visie van Desi Bouterse, ondanks zijn afwezigheid, nog steeds richtinggevend is voor de partij. “Het is het diepste dieptepunt geweest, maar wel degelijk een waaruit we hebben moeten leren.”