Ons onderwijst dateert officieel nog uit de negentiende eeuw en sluit niet meer aan op wat we nodig hebben aan kennis, vaardigheden en attitude in deze tijd. Dit zegt onderdirecteur Daniela Rosario van de Ontwikkelingsdienst van het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.
In een debat over het onderwijs tijdens een sessie van Ronde Tafel, geeft de onderdirecteur aan dat het onderwijs in de negentiende eeuw gericht was op het maken van Surinamers tot Nederlanders, daarbij was de Nederlandse taal een sleutelbegrip. Deze vorm van onderwijs is nog steeds in Suriname. “Het onderwijs moet vernieuwd worden als we willen dat onze kinderen mee kunnen gaan met de kinderen in de regio en de rest van de wereld.”
Volgens Rosario moet er competentiegericht gewerkt worden, want het Surinaamse kind moet gevormd worden tot een Surinaamse burger die het land vooruit kan brengen. Onderwijs is de voorwaarde van elke burger om vooruit te gaan. “De kinderen moeten niet meer in hokjes geplaatst worden en moeten geleerd worden dat alles nodig is om vooruit te komen. De kinderen moeten opgeleid worden om kritisch, probleemoplossend en creatief te denken en te handelen.”
Zij is van mening dat de kinderen op het juiste pad gestuurd moeten worden en adequaat begeleid moeten worden. Hierbij moet gekeken worden op welke manier onderwezen wordt, wat onderwezen wordt, hoe de toetsing plaatsvindt. “De focus moet niet gelegd worden op cijfers, maar op de ontwikkeling van het kind in dit proces.”
Volgens Rosario moet het onderwijs in Suriname toekomstgericht gemaakt worden. “Wat willen we bereiken met de jeugd in de komende tien jaren en waar zullen we staan?”, benadrukt de onderdirecteur.