Staatsolie directeur Anand Jagesar zegt dat het spaar- en stabilisatiefonds aan herziening toe is. Hij vertelde maandag in de media dat Suriname deze bepaling kan gebruiken om te sparen voor de komende generaties naast het verdienen en uitgeven.
Tot heden is er niet met deze wet gewerkt. De leidinggevende bij het Surinaams staatsbedrijf zegt dat er niet met deze bepaling is gewerkt sinds de aanname, omdat het raar zou staan als in deze heersende armoede geld in het fonds zouden worden gestort.
Jagesar zegt dat de wetgeving opnieuw wordt bekeken. Dit met als doel het land op een ander niveau te brengen. De directeur geeft aan dat een groot deel van de inkomsten gebruikt kan worden om dure leningen van de staat af te lossen. “Er zou ook geld gestopt kunnen worden in de volksgezondheid die het heel slecht doet nu, we kunnen daar op een snelle manier geld in stoppen.”
Jagesar geeft aan dat de eerste stappen om de wet aan te passen al zijn genomen. “Wij zijn nu een concept aan het bespreken met de overheid en de IDB die adviseur is. Dan gaat die wet komen.” Echter legt Jagessar de nadruk op het feit dat Suriname de eerste inkomsten pas rond 2028 zal zien en dan pas de voornoemde vooruitzichten aan de orde zijn. Door de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de olieproductie, kunnen de grote inkomsten vanuit het staatsbedrijf wel naar het fonds.
Vorig week heeft de CEO van Total Energies, Patrick Pouyanné, wereldkundig gemaakt dat zijn bedrijf is begonnen met ontwikkelingsstudies voor de start van olieproducties in 2028 in blok 58 voor de Surinaamse kust. Hierbij is ook gezegd dat rond eind 2024 het finale investeringsbesluit, fid, genomen zal worden. Jagesar geeft aan dat het vaststellen van de kosten per geproduceerde barrel olie heel belangrijk is om tot de fid te komen.