Suriname heeft een grote achterstand als het gaat om het betalen van contributies bij de verschillende organisaties in het Caraibisch gebied, zegt de minister van Financien en Planning, Armand Achaibersing, woensdag tijdens een persconferentie. Tijdens de persconferentie hebben de ministers Albert Ramdin van Buitenlandse zaken, International Business en Internationale samenwerking en minister Parmanand Sewdien ook de stand van zaken besproken over hun reis naar Barbados. Er is nieuw leven ingeblazen in de Brokopondo-overeenkomst, die Suriname heeft met Barbados.
De minister van Financien en Planning heeft aangegeven dat er goed overleg is geweest met enkele instanties, zoals de Caribbean Development Bank en het Caribbean Development Fund (CDF) waar Suriname een contributieachterstand heeft van meer dan USD 4 miljoen. Als deze schuld voor meer dan de helft is ingelopen kan Suriname van het Fund USD 10 miljoen loskrijgen voor het uitvoeren van verschillende projecten.
“We hebben reeds USD 500.000 voldaan aan contributies en moeten nog USD 1.7 miljoen inlopen”, geeft Achaibersing aan. Het inlopen van de contributieachterstanden is volgens Achaibersing een grote prioriteit voor deze regering, omdat Suriname een imago heeft op te poetsen. Vooral met het oog op het voorzitterschap van de Caricom dat Suriname straks zal overnemen.
Minister Ramdin vult aan dat komende week de directeur van het CDF naar Suriname komt om de gesprekken voort te zetten. Dit is voor Ramdin een duidelijk signaal dat Suriname zich wil committeren aan het verder ontwikkelen van het land. Zodra de contributie voor meer dan de helft is betaald, kan Suriname alvast USD 10 miljoen aan fondsen binnenhalen en projecten beginnen voor te bereiden.
“Deze moeten naar de board van het CDF worden gestuurd.”Ramdin geeft verder aan dat ons land zelfs meer dan die USD 10 miljoen aan fondsen kan krijgen, afhankelijk van wat voor contributie je als land betaalt. Een deel van de fondsen krijg je tegen een lage rente van ongeveer 3 procent en de rest is een grant. “Dus gratis geld.” Het zal de eerste keer zijn dat Suriname projecten gefinancierd krijgt via het CDF, omdat Suriname sinds het lid is, geen contributie heeft betaald.
Achaibersing gaf ook uitleg waarom het belangrijk is dat Suriname de contributiegelden betaalt van de Caribbean Export Development Agency (CEDA). Deze organisatie begeleidt bedrijven en heeft ook Surinaamse bedrijven in staat gesteld hun exportvermogen te vergroten. Suriname heeft hier een achterstand van USD 600.000. CEDA zou de Surinaamse bedrijven die hun exportproductie verder willen vergroten, ondersteunen om vooral nieuwe markten aan te boren, benadrukt de minister van Financiën en Planning.
Achaibersing geeft verder aan dat andere organisaties buiten het Caraibisch gebied, waarvan Suriname lid is, ook nog moeten worden betaald. Dus naast de USD 26 miljoen kunnen er nog meer miljoenen bijkomen die betaalt moeten worden. “Ook met deze organisaties zijn we in gesprek en maken afspraken over het afhandelen van de achterstand”, zegt Achaibersing.