De Vietnamese president To Lam is officieel aangesteld als secretaris-generaal van de Communistische Partij van Vietnam, waarmee hij de machtigste positie in het land bekleedt. Hij volgt Nguyen Phu Trong op, die twee weken geleden op 80-jarige leeftijd overleed. De aanstelling heeft op zaterdag 3 augustus plaatsgevonden.
Hoewel Vietnam officieel geen hoogste leider kent, fungeert de partijsecretaris de facto als de belangrijkste figuur in de politieke hiërarchie. To Lam had al tijdelijk de rol van partijleider overgenomen tijdens de verslechterende gezondheid van Phu Trong. Zijn benoeming werd unaniem gesteund door de afgevaardigden van de Communistische Partij. Het is nog niet duidelijk of Lam zijn functie als president zal behouden.
De 67-jarige To Lam heeft een lange carrière als ambtenaar achter de rug en werd in 2016 minister van Openbare Veiligheid, waar hij verantwoordelijk was voor het anti-corruptiebeleid van de partij. Sinds mei van dit jaar is hij president van Vietnam. De afgelopen jaren heeft Vietnam politieke onrust gekend, met drie verschillende presidenten in de laatste twee jaar door terugtredingen, vaak vanwege corruptieproblemen.
NOS-correspondent Zuidoost-Azië Mustafa Marghadi merkt op: “Het presidentschap fungeert vaak als opstap naar de rol van secretaris-generaal van de Communistische Partij in Vietnam. Het is opmerkelijk dat To Lam zo snel de eenheid binnen de partij heeft bereikt, binnen slechts twee weken. Er werd verwacht dat er een machtsstrijd zou ontstaan om de opvolger van Phu Trong te bepalen, maar Lam is snel als de definitieve leider van Vietnam naar voren gekomen.”
De hoop is dat Lam stabiliteit zal brengen, aangezien de politieke instabiliteit de economie heeft geschaad. Vietnam groeit snel, met een jaarlijkse groei van vijf procent, maar deskundigen wijzen erop dat het potentieel zeven procent zou kunnen zijn. Politieke onrust heeft investeerders afgeschrikt, dus het is cruciaal dat Lam de situatie stabiliseert om de economische groei niet te belemmeren.
Lam heeft aangegeven dat hij geen wijzigingen zal aanbrengen in het buitenlandse beleid en zijn focus zal leggen op de economie. Hij streeft naar een sterke sociaaleconomische ontwikkeling, met als doel Vietnam tegen 2030 een ‘midden-inkomenland’ te maken. In 2045 hoopt Vietnam dat ongeveer de helft van de bevolking een hoog inkomen heeft. Het aantrekken van buitenlandse investeringen, het bevorderen van exportproducten en het ontwikkelen van hoogtechnologische sectoren zijn cruciaal voor deze doelen.