Een poging van een man, het Openbaar Ministerie (OM) wijs te maken dat hij pas één week bezig was met de verkoop van cocaïne toen de politie bij hem binnenviel, liet al snel schipbreuk. Uitgerekend zijn eigen levenspartner, heeft bij de politie verklaard dat hij altijd al in de drugs zat, zeker voordat zij bij hem ging inwonen.
De man stond op maandag 3 april 2023 voor de rechter. Hij zei, desgevraagd door de rechter, dat hij en de vrouw al bijna een jaar samenwonen. De politie heeft bij de inval in januari dit jaar 102 wikkels met in totaal 16 gram cocaïne aangetroffen. De man heeft in zijn laatste woord spijt betuigd.
Het OM neemt het hem kwalijk dat hij met het verkopen van drugs, de buurt onveilig maakt. Hij zou zich genoeg bewust zijn voor de schade die het gebruik van cocaïne berokkend aan zowel de gezondheid van mensen als aan de sociale maatschappij. Dat drugsverslaafden dag en nacht langskomen, is voor buurtbewoners een punt van zorg. Die zouden de man zelf bij de politie hebben aangegeven. De man komt uit Hanna’s lust.
Volgens buren plegen de junkies regelmatig inbraken en kruimeldiefstallen. De verklaring van de buren, dat de man allang drugs verkoopt, komt overeen met de informatie die de levenspartner van de verdachte heeft verstrekt.
Over de ongure figuren die doorlopend bij hem langskomen, zei de man dat “het gaat om mannen die hem komen helpen schoonmaken”. Maar de rechter vond het vreemd dat de mannen ook ’s avonds langskomen. De beklaagde legde uit dat die mannen die in de avond bij hem komen, vrienden zijn met wie hij babbeltjes houdt of samen iets drinkt.
De openbare aanklager heeft een strafvoorstel gedaan van 1 jaar cel, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, en een proeftijd van 3 jaar. De verdediging had niets in te brengen tegen het bewijs ter zake het verkopen van drugs. De drugs was gevonden, de verdachte heeft een bekentenis afgelegd, en er zijn genoeg getuigenverklaringen, onder meer die van zijn eigen vrouw. Zijn raadsvrouw, Maureen Nibte, heeft de rechter wel gevraagd om rekening te willen houden met de ‘zeer kleine’ hoeveelheid. Ze vroeg ook om hem een zodanige straf op te leggen, dat hij na de zitting meteen naar huis kon gaan. De verdachte is in de eerste helft van januari jongstleden gearresteerd en zit al bijna drie maanden van vast. Nibte heeft ook een verzoek ingediend voor de teruggave van SRD 28.600, die door de politie thuis bij hem in beslag was genomen. Het geld is van een oom.
VONNIS
De rechter achtte, de door het OM opgebrachte bewijzen wettig en overtuigend. Aangezien er in de strafeis al genoegzaam rekening was gehouden met de kleine hoeveelheid en de persoon van de verdachte, was er geen ruimte over om in te gaan op het verzoek van de verdediging voor een mildere straf. De rechter vonniste conform de eis: 1 jaar cel, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, en een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast kreeg hij een boete van SRD 2000 opgelegd, subsidiair 2 weken hechtenis.
De rechter heeft ingestemd met de teruggave van het geld van de oom. De vervolging was ervan uitgegaan dat het bedrag een resultaat was van de drugsverkoop. Maar het geld blijkt niet van de verdachte te zijn. Hij heeft overmakingsbonnen overlegd, die aantonen dat de oom het geld vanuit het buitenland heeft gestuurd. Hij moest de woning laten verbouwen en de omrastering van het perceel in orde maken. Een ander bedrag (SRD 400) dat op hem is gevonden, is wel verbeurd verklaard.