Luitenant-kolonel Danielle Veira, toenmalig hoofd van het Directoraat Nationale Veiligheid (DNV), heeft in april 2020 telefonisch de toenmalige politiekorpschef Roberto Prade verzocht om het Arrestatie Team (AT) op te dragen niet op te treden bij een mislukte poging van de inlichtingendienst om de commando militair Rodney Cairo te ‘gijzelen’.
De ex-politiechef heeft donderdag getuigd in de strafzaak tegen de Nederlander Imro M. D. Veira’s zaak, de toen DNV-leidinggevende, ligt bij de Krijgsraad. Prade vertelde in reactie op vragen van de verdediging dat op de bewuste nacht van 15 op 16 april 2020 een politie-inspecteur hem had gebeld met het verzoek het AT opdracht te geven om in actie te komen. De melding was dat er sprake was van een overval in een woning en dat er zwaar gewapende mannen betrokken waren. De speciale politie-eenheid rukte uit en er was zelfs een interventieplan om traangas in te zetten bij de inval, maar daar is na een snelle overweging van af gezien.
De politie besloot de woning te omsingelen en te wachten tot daglicht om in te vallen. Eenmaal daar kwam een van de vermeende rovers naar buiten, gaf zich over aan de politie en hield de politie voor dat hij in opdracht handelde van de DNV. Hij heeft de AT-commandant een ontheffingsbrief getoond waarmee hij zich op straat kon begeven. In die dagen was er sprake van een avondklok als maatregel tegen de Covid-19-pandemie. De man in kwestie had echter geen DNV-pasje bij zich.
Nadat de AT-commandant dit had gerapporteerd aan Prade, werd de politiechef gebeld door Veira. De inlichtingenchef zou hem in dat gesprek hebben verteld dat het inderdaad ging om een operatie van het DNV. Daarna verzocht Veira hem om het AT terug te fluiten, zodat de ‘DNV-mensen’ zich ongestoord van de locatie konden verwijderen. Prade zegt dat hij het verzoek heeft ingewilligd en de commandant telefonisch heeft geïnstrueerd om een stap terug te doen, waarna de politie zich niet meer met de zaak heeft ingelaten.
De getuige onderstreepte dat hij begrip had voor het verzoek van de DNV-topper tegen de achtergrond van het belang van bescherming van de identiteit van het personeel dat op dat moment in operatie was. Ook politiemensen die ingedeeld zijn bij gespecialiseerde eenheden verkeren, aldus de gewezen politieman, in situaties waarbij van belang is dat hun identiteit wordt beschermd.
De ex-politiebaas merkte aan het einde van zijn getuigenis op dat de politie naar beste weten heeft gehandeld en dat de interventie zou worden voortgezet; was het niet dat de leiding van het DNV het bijzonder verzoek had gedaan. Hij voegde eraan toe dat de medewerking ten goede trouw is verleend. Imro M. was niet op de zitting.