De rek is eruit voor veel vuilophalers. Ze hebben al maanden geen geld ontvangen van werk die zij reeds hebben verricht. Dat zegt Jason Gummels onderdirecteur vuilophaal en openbaar groen.
Gummels geeft aan dat velen van de vuilophalers niet meer zullen voorschieten en weigeren om het vuil op te halen. De minister van Openbare Werken heeft gisteren bekend gemaakt dat de vuilophaal in bepaalde districten niet zijn gegarandeerd en dat burgers de nodige maatregelen moeten treffen. “Dat is natuurlijk begrijpelijk, want je kunt niet maandenlang zo voorschieten”, zegt Gummels in gesprek met ABC Suriname.
Het is even wachten wat de autoriteiten zullen doen en hoe ze middelen vrij kunnen maken om de ondernemers te betalen. Het is niet de eerste keer dat de vuilophalers niet op tijd worden uitbetaald. In april was er ook een staking gehouden door de vuilophalers en waren zij over drie maanden niet uitbetaald. Gummels gaf aan dat vanuit het ministerie van Openbare Werken alle nodige stukken in orde zijn gemaakt en zou het ministerie van Financiën moeten over gaan tot betaling. Echter, het blijft daar hangen.
Gummels pleit voor dat vuilophalers nu betaald moeten worden, momenteel gebeurt dat nog gratis. “Wereldwijd wordt er betaald voor vuilophaal, behalve in Suriname. Dit moeten we doorvoeren in ons land. Elke huishouden kan, zeg maar, SRD 150 tot SRD 200 betalen elke maand voor de vuilophaaldienst, dan hoeft de regering dit niet meer te subsidiëren”, zegt Gummels. Er zijn een aantal voorstellen aangeleverd bij de regering, echter wordt er nog geen besluit genomen. Gummels hoopt dat er binnenkort daarin verandering komt, gezien de financiële positie van de regering die met moeite middelen vrij kan maken om de vuilophaal te garanderen.
De minister van Financiën en Planning maakte enkele weken bekend dat er geen budget meer is voor de vuilophaal en heeft het ministerie van Openbare werken SD 258 miljoen nodig is om de resterende maanden nog vuilophaal te kunnen garanderen. SRD 200 miljoen is bestemd voor de verleende diensten en de SRD 58 miljoen moet dienen als prijscorrectie. Vanwege de stijging van brandstof hebben de ondernemers, die diensten hebben geleverd en maanden het geld niet hebben ontvangen, prijscorrecties ingediend. Dat zal de staat nog eens extra SRD 58 miljoen kosten.