Bij mijn vorige werkgever was er een geval, waarbij een medewerker tijdens diens werkzaamheden brandwonden had opgelopen door onvoorzichtig om te gaan met chemische stoffen. Er volgde een wekenlange ‘reconstructie’ van het gebeuren en de vragen die door de onderzoekscommissie werden gesteld kwamen dagen daarna weer ter tafel, maar dan in een andere vorm.
Men probeerde op die manier te checken of de getuigenverklaringen solide en consistent waren. Het meest opmerkelijke in deze case was dat de voorman van die groep tijdens het bedrijfsongeval thuis zat en genoot van zijn 14-dagen verlof, maar toch, ondanks zijn afwezigheid, verantwoordelijk werd gesteld en flink op de vingers werd getikt. Hij riskeerde zelfs twee weken schorsing! De rest van het personeel vond het al te gek, maar dat waren de strenge regels. ‘Accountability’ (verantwoordelijkheid) is geen grap bij een heleboel buitenlandse bedrijven.
Hier hoeven wij gelukkig niet bang te zijn: verantwoordelijkheid nemen komt bij leiders en leidinggevenden totaal niet voor. Vooral niet in ons politiek bestel. Daar behoren de politieke leiders tot het ‘A No Mi’ clubje en houden het ‘Anominisme’ hoog in het vaandel. Bij de vorige regering hadden wij het sterk, maar ook bij de huidige regeerders schijnt dit begrip een makkelijke manier te zijn om brandende kwesties te ontvluchten.
De afgelopen paar dagen leek het wel een kleurenpalet in het land: een vertegenwoordiger van de paarse partij stond op en begon heel kalm met de onthulling, die tot de dag van heden, naschokken heeft achtergelaten. De voorzitter van geel-zwart zei in een interview doodleuk dat hij reeds op de hoogte was van het onderzoek op de duistere praktijken. Ogenschijnlijke wit-was praktijken en verdwenen financiën, die onder de neus van de money governor en de oranje-minister gaande waren, zijn onacceptabel.
Het schaamrood was duidelijk af te lezen op de gezichten van de coalitiepartners en de leider van de groentjes was naar mijn bescheiden observatie gepikeerd. Er werd terstond een partijvergadering belegd onder een 6 bij 9 meter partytent, die onderdak bood aan alle geregistreerde leden van de partij. De meesten hadden grijs haar. In ieder geval kan dit niet blauwblauw gelaten worden en wie moet hangen, moet hangen. Dat zonder meer!
De echte klokkenluider in deze hele case is niet de paarseling, die in ’s Lands vergaderzaal is opgestaan en de mededeling heeft gedaan. Neeee….echt niet! De ware dalla-man is hoogstwaarschijnlijk iemand van de eigen gelederen. Zoals het meestal aan toe gaat, is de vriendelijke tipgever iemand die niet tevreden is met de cut-off die hij of zij uit die grote koek heeft gehad.
“Waarom krijg ik zo’n klein reepje en de nieuwelingen mogen zulke gigantische stukken van de taart? Nee, dat gaat niet werken!” Dan maar de geheimenissen doorgeven aan de ‘vijand’, dan bossen we alles! Ook die andere taart die besteld is en nog geleverd moet worden.
De eerste burger heeft onlangs ook de bestaande communicatiedienst uitgebreid met een dienst binnen of buiten die dienst. Makkelijk voor hem, aangezien deze selecte groep hem op diens wenken kan bedienen en zij de taal van hem beter kunnen verstaan. Hetzij letterlijk, hetzij figuurlijk. Ook hoeven wij niet bang meer te zijn voor fake-nieuws en kritiek. Alles wat er voortaan gepubliceerd zal worden is naar waarheid, eer en geweten, zonder gelieg en draaierij.
De nieuwe dienst heet CUP (Centrale Unit President) en de ouwe dienst heet CDS (Communicatiedienst Suriname). Ik wil bijna wedden dat de eerstvolgende president uit bewogenheid en uit liefde voor verschillende kleuren, beide diensten zal laten samensmelten en er CUPS van zal maken: Communicatie Unit President Suriname. Uit die ‘cups’ hopen wij tenminste een cocktailtje te drinken, terwijl we minglen.
Sranansma, een liefdevolle en kleurrijke week wens ik u toe.