“Een ding kan ik wel over minister Ori zeggen: dat hij positiegeil is”, zei voorzitter Reshma Mangre van BVL/ALS vrijdag in het programma Lim FM over minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur.
Mangre vindt dat de minister een probleem met zichzelf heeft en misschien dat hij zelf het probleem is. “Wij kennen het arrogant gedrag van minister Ori. Het is niet vanaf nu en het was allang een droom van hem om minister te worden, waarbij hij bij verschillende politieke partijen heeft overgelopen. Eerst HPP, daarna UPS, waar hij tien jaren was en zelfs voorzitter was. Ondanks dat, was hij nummer twee op de kandidatenlijst en haalde slechts 253 stemmen tegenover een Somohardjo die 5000 stemmen haalde.” Onlangs prees Ori vicepresident Ronnie Brunswijk de hemel in, dus Mangre vindt dat Ori waarschijnlijk later een overstap zal maken naar de ABOP om vicepresident te worden. “Ori is positiegeil.”
Mangre benadrukt dat zij nooit over zichzelf heeft gesproken. “Ik heb, als vakbondsvrouw, alleen gezegd dat wij als vakbeweging inspraak willen hebben op het beleid en dat we meegenomen worden bij besluitvormingen. We hebben nimmer gezegd dat we beslissingsbevoegdheid willen hebben, maar kennelijk leeft de minister niet in het land.” De bondsvoorzitter zei verder dat de minister meer uitlandig is dan dat hij in het land is. Wanneer hij komt dan belegt hij snel een persconferentie, hiermee wekt hij de indruk dat hij in het land is. “Wij weten dat zaken die in het onderwijs mis zijn gegaan, hij niet in staat is geweest om te corrigeren. We zien nog geen tastbare resultaten, geen enkel rechtpositie van leerkrachten is geregeld, dat doorstroombeleid gaat bijna door. Het enige wat er gebeurt is, dat er nu toetsen worden afgenomen.”
Volgens Mangre heeft de minister ergens iets gehoord over summer school en dat wil hij nu introduceren. Hij wil alleen dat systeem overnemen en denkt dat leerkrachten slaven zijn en ze aldoor zullen werken zonder geld. Zij wil de leerkrachten beschermen en wil op papier, dat zij uitbetaald zullen worden, als ze gaan werken op de vakantiescholen. “We hebben voor het ministerie van Onderwijs zulke mensen niet nodig, die denken met arrogantie alles te bereiken. Hij heeft zelf gezegd dat schoolleiders zich nu verzetten tegen de vakantiescholen, dus de schoolleiders zullen hun reden wel hebben. Hij staat er niet bij stil dat we aan de vooravond van de verkiezingen staan en zulke figuren maken partijen kapot.”